Nederlands
Uitgebreide vertaling voor bomen (Nederlands) in het Spaans
bomen:
-
bomen (kletsen)
-
bomen (een boom opzetten)
charlar; echar un páraffo; echar una paraffada-
charlar werkwoord
-
echar un páraffo werkwoord
-
echar una paraffada werkwoord
-
Conjugations for bomen:
o.t.t.
- boom
- boomt
- boomt
- bomen
- bomen
- bomen
o.v.t.
- boomde
- boomde
- boomde
- boomden
- boomden
- boomden
v.t.t.
- heb geboomd
- hebt geboomd
- heeft geboomd
- hebben geboomd
- hebben geboomd
- hebben geboomd
v.v.t.
- had geboomd
- had geboomd
- had geboomd
- hadden geboomd
- hadden geboomd
- hadden geboomd
o.t.t.t.
- zal bomen
- zult bomen
- zal bomen
- zullen bomen
- zullen bomen
- zullen bomen
o.v.t.t.
- zou bomen
- zou bomen
- zou bomen
- zouden bomen
- zouden bomen
- zouden bomen
diversen
- boom!
- boomt!
- geboomd
- bomend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor bomen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
charlar | bomen; een boom opzetten | babbelen; chatten; communiceren; converseren; een conversatie hebben; etteren; griepen; ijlen; in contact staan; keuvelen; kletsen; kletspraat verkopen; klieren; kouten; kwebbelen; kwekken; leuteren; lullen; onzin uitkramen; onzin verkopen; praten; raaskallen; ratelen; spreken; wartaal spreken; zeiken; zeveren; zwammen; zwetsen |
conversar | bomen; kletsen | babbelen; converseren; kakelen; klappen; kletsen; kouten; kwebbelen; kwekken; kwetteren; meeconverseren; meepraten; praten; snateren; spreken; wauwelen; zwammen |
echar un páraffo | bomen; een boom opzetten | |
echar una paraffada | bomen; een boom opzetten | |
echar una parrafada | bomen; kletsen | keuvelen; kletspraat verkopen; lullen; punteren; zeveren; zwammen; zwetsen |
Verwante woorden van "bomen":
bom:
-
de bom (projectiel; granaat)
-
de bom (explosief; granaat)
Vertaal Matrix voor bom:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
artefacto | bom; explosief; granaat | |
bomba | bom; explosief; granaat; projectiel | pomp |
proyectil | bom; granaat; projectiel |