Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. bollen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bollend (Nederlands) in het Spaans

bollen:

bollen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de bollen (ballen)
    la bolas; el globos; la esferas
    • bolas [la ~] zelfstandig naamwoord
    • globos [el ~] zelfstandig naamwoord
    • esferas [la ~] zelfstandig naamwoord

bollen werkwoord (bol, bolt, bolde, bolden, gebold)

  1. bollen (opbollen)
    hincharse; inflarse

Conjugations for bollen:

o.t.t.
  1. bol
  2. bolt
  3. bolt
  4. bollen
  5. bollen
  6. bollen
o.v.t.
  1. bolde
  2. bolde
  3. bolde
  4. bolden
  5. bolden
  6. bolden
v.t.t.
  1. heb gebold
  2. hebt gebold
  3. heeft gebold
  4. hebben gebold
  5. hebben gebold
  6. hebben gebold
v.v.t.
  1. had gebold
  2. had gebold
  3. had gebold
  4. hadden gebold
  5. hadden gebold
  6. hadden gebold
o.t.t.t.
  1. zal bollen
  2. zult bollen
  3. zal bollen
  4. zullen bollen
  5. zullen bollen
  6. zullen bollen
o.v.t.t.
  1. zou bollen
  2. zou bollen
  3. zou bollen
  4. zouden bollen
  5. zouden bollen
  6. zouden bollen
en verder
  1. ben gebold
  2. bent gebold
  3. is gebold
  4. zijn gebold
  5. zijn gebold
  6. zijn gebold
diversen
  1. bol!
  2. bolt!
  3. gebold
  4. bollend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor bollen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bolas ballen; bollen ballen; kloten; stormballen; testikels
esferas ballen; bollen
globos ballen; bollen
hincharse wassen; zwellen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hincharse bollen; opbollen dik worden; expanderen; openen; opzwellen; uitbouwen; uitbreiden; uitdijen; uitzwellen; verbreiden; vermeerderen; verruimen; verwijden; zwellen
inflarse bollen; opbollen opzwellen; zwellen

Verwante woorden van "bollen":