Nederlands

Uitgebreide vertaling voor boers (Nederlands) in het Spaans

boers:

boers bijvoeglijk naamwoord

  1. boers (ongemanierd; onbeleefd; onbehoorlijk; )
    maleducado; grosero; descortés

Vertaal Matrix voor boers:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
grosero boer; boerenkinkel; brutale kerel; heikneuter; hork; hufter; kinkel; klootzak; lomperd; lomperik; onbeschofte man; onhoffelijkheid; proleet; vlegel
maleducado brutale kerel; hork; kinkel; lomperd; proleet; vlegel
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
descortés boers; hufterig; lomp; onbehoorlijk; onbehouwen; onbeleefd; onbeschaafd; onbeschoft; ongemanierd; onhoffelijk aanmatigend; aanstootgevend; aanstotelijk; bot; indiscreet; kortaf; lomp; onbehouwen; onbeleefd; onbeschaafd; onbeschaamd; onbescheiden; onbeschoft; ongegeneerd; ongemanierd; onhebbelijk; onheus; onopgevoed; onvriendelijk; respectloos; zonder omhaal
grosero boers; hufterig; lomp; onbehoorlijk; onbehouwen; onbeleefd; onbeschaafd; onbeschoft; ongemanierd; onhoffelijk aanmatigend; aanstootgevend; aanstotelijk; achterbaks; barbaars; beestachtig; bot; brutaal; bruut; doortrapt; dorps; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gluiperig; grof; grofgebouwd; honds; hondsbrutaal; inhumaan; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; leep; listig; lomp; monsterlijk; onbehouwen; onbeschaafd; onbeschaamd; onbeschoft; onedel; ongegeneerd; ongelikt; onmenselijk; onopgevoed; ordinair; plat; platvloers; ploertig; respectloos; ruw; schofterig; schunnig; slinks; sluw; snood; stiekem; uitgekookt; vrijpostig; vulgair; vunzig; wreed
maleducado boers; hufterig; lomp; onbehoorlijk; onbehouwen; onbeleefd; onbeschaafd; onbeschoft; ongemanierd; onhoffelijk aanmatigend; bot; dorps; lomp; onbehouwen; onbeleefd; onbeschaafd; onbeschaamd; onbeschoft; ongegeneerd; ongelikt; ongemanierd; onopgevoed; respectloos

Verwante woorden van "boers":


Wiktionary: boers


Cross Translation:
FromToVia
boers rústico; campestre ruralrelatif à la campagne.
boers crudo; basto; tosco; rústico; campestre rustique — Translations

boers vorm van boer:

boer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de boer (agrariër)
    el campesino; el agricultor
  2. de boer (oprisping)
    el eructo
    • eructo [el ~] zelfstandig naamwoord
  3. de boer (onbeschofte man)
    el grosero; el descarado
  4. de boer (onbeschofte man)
    la persona insolente; el agricultor

Vertaal Matrix voor boer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
agricultor agrariër; boer; landbouwer; onbeschofte man akkerbouwer; boerenkinkel; heikneuter; landbouwer
campesino agrariër; boer; landbouwer akkerbouwer; boerenjongen; boerenkinkel; heikneuter; hork; kinkel; landarbeider; landbewoner; lomperd; proleet; vlegel
descarado boer; onbeschofte man
eructo boer; oprisping boerenkinkel; boertje; burp; heikneuter
grosero boer; onbeschofte man boerenkinkel; brutale kerel; heikneuter; hork; hufter; kinkel; klootzak; lomperd; lomperik; onhoffelijkheid; proleet; vlegel
persona insolente boer; onbeschofte man
- barbaar
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
campesino aanmatigend; dorps; landelijk; onbeschaamd; onbeschoft; ongegeneerd; respectloos; rustiek
descarado aanmatigend; brutaal; hondsbrutaal; indiscreet; onbeschaamd; onbescheiden; onbeschoft; ongegeneerd; respectloos; schaamteloos; vrijpostig
grosero aanmatigend; aanstootgevend; aanstotelijk; achterbaks; barbaars; beestachtig; boers; bot; brutaal; bruut; doortrapt; dorps; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gluiperig; grof; grofgebouwd; honds; hondsbrutaal; hufterig; inhumaan; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; leep; listig; lomp; monsterlijk; onbehoorlijk; onbehouwen; onbeleefd; onbeschaafd; onbeschaamd; onbeschoft; onedel; ongegeneerd; ongelikt; ongemanierd; onhoffelijk; onmenselijk; onopgevoed; ordinair; plat; platvloers; ploertig; respectloos; ruw; schofterig; schunnig; slinks; sluw; snood; stiekem; uitgekookt; vrijpostig; vulgair; vunzig; wreed

Verwante woorden van "boer":


Synoniemen voor "boer":


Verwante definities voor "boer":

  1. iemand die van beroep op het land werkt of vee fokt1
    • deze boer heeft 20 koeien1
  2. iemand zonder manieren1
    • hij gedraagt zich weer als een boer1
  3. geluid van lucht die uit je maag ontsnapt1
    • in China mag je na het eten een boer laten1

Wiktionary: boer

boer
noun
  1. landbouwer
  2. speelkaart

Cross Translation:
FromToVia
boer eructar; regoldar belch — expel gas from the stomach through the mouth
boer eructo belch — sound one makes when belching
boer eructo burp — a louder belch
boer granjero; granjera farmer — person who works the land or who keeps livestock
boer paleto hick — country yokel or hillbilly
boer sota jack — playing card
boer sota knave — playing card
boer campesino; campesina peasant — member of the agriculture low class
boer campesino; campesina peasant — country person
boer agricultor; labrador agriculteurpersonne qui, à titre professionnel, cultiver la terre ou élever des animal destiner à être consommer.
boer campesino; labrador; aldeano laboureur — désuet|fr ouvrier agricole spécialement employer pour le labourage.
boer aldeano; campesino; labrador paysan — Celui, celle qui vivre à la campagne et s’occuper des travaux de la terre.
boer sota valet — Carte

Computer vertaling door derden: