Nederlands
Uitgebreide vertaling voor bleu (Nederlands) in het Spaans
bleu:
-
bleu (timide; verlegen; schuchter; bedeesd; beschroomd; schroomvallig)
tímido; desconcertado; poco confortable; apocado; confuso; azorado; desagradable; insociable-
tímido bijvoeglijk naamwoord
-
desconcertado bijvoeglijk naamwoord
-
poco confortable bijvoeglijk naamwoord
-
apocado bijvoeglijk naamwoord
-
confuso bijvoeglijk naamwoord
-
azorado bijvoeglijk naamwoord
-
desagradable bijvoeglijk naamwoord
-
insociable bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor bleu:
Verwante woorden van "bleu":
Computer vertaling door derden: