Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. bijtijds:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bijtijds (Nederlands) in het Spaans

bijtijds:

bijtijds bijwoord

  1. bijtijds (op tijd; tijdig; stipt)
    a tiempo; a buena hora; con tiempo; a la hora

Vertaal Matrix voor bijtijds:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
a buena hora bijtijds; op tijd; stipt; tijdig
a la hora bijtijds; op tijd; stipt; tijdig
a tiempo bijtijds; op tijd; stipt; tijdig
con tiempo bijtijds; op tijd; stipt; tijdig

Wiktionary: bijtijds

bijtijds
adverb
  1. ruim binnen de beschikbare tijd

Computer vertaling door derden: