Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. bijl:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bijl (Nederlands) in het Spaans

bijl:

bijl [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de bijl (hakbijl)
    la hacha
    • hacha [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor bijl:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hacha bijl; hakbijl bolleboos; gesteente; kei; slimmerd; steen; uitblinker; vedette

Verwante woorden van "bijl":

  • bijlen

Verwante definities voor "bijl":

  1. steel met een scherp stuk metaal om mee te hakken1
    • met een bijl hakte hij de boom om1

Wiktionary: bijl


Cross Translation:
FromToVia
bijl hacha axe — tool
bijl hacha Axt — kurzes, großes, meist mit zwei Händen zu führendes Schlagwerkzeug mit scharfer Klinge (zum Spalten von Holz, zum Zerlegen von Tieren und zu anderem); das älteste Werkzeug zur Bearbeitung von Holz
bijl hacha hache — Instrument de fer servant à couper