Overzicht
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor bijeen roepen (Nederlands) in het Spaans
bijeen roepen:
-
bijeen roepen
Conjugations for bijeen roepen:
o.t.t.
- roep bijeen
- roept bijeen
- roept bijeen
- roepen bijeen
- roepen bijeen
- roepen bijeen
o.v.t.
- riep bijeen
- riep bijeen
- riep bijeen
- riepen bijeen
- riepen bijeen
- riepen bijeen
v.t.t.
- heb bijeen geroept
- hebt bijeen geroept
- heeft bijeen geroept
- hebben bijeen geroept
- hebben bijeen geroept
- hebben bijeen geroept
v.v.t.
- had bijeen geroept
- had bijeen geroept
- had bijeen geroept
- hadden bijeen geroept
- hadden bijeen geroept
- hadden bijeen geroept
o.t.t.t.
- zal bijeen roepen
- zult bijeen roepen
- zal bijeen roepen
- zullen bijeen roepen
- zullen bijeen roepen
- zullen bijeen roepen
o.v.t.t.
- zou bijeen roepen
- zou bijeen roepen
- zou bijeen roepen
- zouden bijeen roepen
- zouden bijeen roepen
- zouden bijeen roepen
diversen
- roep bijeen!
- roept bijeen!
- bijeen geroept
- bijeen roepend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor bijeen roepen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
convocar | bijeen roepen | aanschrijven; aanzeggen; bijeenroepen; convoceren; dagen; kennis geven; konde doen; ontbieden; oproepen; samenroepen; sommeren; voor het gerecht dagen; voor het gerecht ontbieden; voor het gerecht roepen |