Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Spaans ->Vertaal bewaarder

Vertaal bewaarder van Nederlands naar Spaans

Overzicht

Nederlands naar Spaans: Meer gegevens...

bewaarder:
- conservador; curador; conserje; guardador; administrador oficial
Wiktionary:
- bewaarder → guardián
- bewaarder → apoderado, guardián, guarda, defensa, protección, conservación, celador

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bewaarder (Nederlands) in het Spaans

bewaarder:

bewaarder [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

de bewaarder (conservator)
el conservador; el curador; el conserje; el guardador; el administrador oficial
- conservador [el ~] zelfstandig naamwoord
- curador [el ~] zelfstandig naamwoord
- conserje [el ~] zelfstandig naamwoord
- guardador [el ~] zelfstandig naamwoord
- administrador oficial [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor bewaarder:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
administrador oficial	bewaarder; conservator	curator; voogd
conserje	bewaarder; conservator	amanuensis; bewaker; butler; cipier; conciërge; deurwachter; gevangenbewaarder; herenknecht; hospes; huisbaas; huisbewaarder; huisheer; huisknecht; huismeester; huurbaas; kamerbediende; kamerdienaar; kamerverhuurder; portier; schoolbewaarder; suppoost; wacht
conservador	bewaarder; conservator	handhaver
curador	bewaarder; conservator	curator; voogd
guardador	bewaarder; conservator	conciërge; portier
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
conservador		bedachtzaam; behoedzaam; bezonnen; conservatief; omzichtig

Verwante woorden van "bewaarder":

bewaarders

Wiktionary: bewaarder

bewaarder

noun

een persoon die ervoor zorgt dat gevangenen niet kunnen ontsnappen
- bewaarder → guardián

Cross Translation:

From	To	Via
• bewaarder	→ apoderado	↔ conservator — one who conserves, preserves or protects something
• bewaarder	→ guardián	↔ keeper — person who keeps something
• bewaarder	→ guarda; defensa; protección; conservación	↔ garde — Traductions à trier suivant le sens
• bewaarder	→ guarda; celador	↔ gardien — personne qui garder, qui surveiller, qui défendre.