Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. bevredigend:
  2. bevredigen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bevredigend (Nederlands) in het Spaans

bevredigend:

bevredigend bijvoeglijk naamwoord

  1. bevredigend (toereikend; sufficiënt; voldoende; genoeg; genoegzaam)
    suficiente; bastante; satisfactorio

Vertaal Matrix voor bevredigend:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bastante aardig wat
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bastante bevredigend; genoeg; genoegzaam; sufficiënt; toereikend; voldoende aanmerkelijk; aanzienlijk; basta; beduidend; behoorlijk; behoorlijke; danig; duchtig; enigermate; enigszins; enorm; flink; fors; genoeg; iets; ietwat; menig; nogal; nogal wat; redelijk; redelijke; stoer; tamelijk; tamelijk veel; tamelijke; vrij veel; vrij wat
satisfactorio bevredigend; genoeg; genoegzaam; sufficiënt; toereikend; voldoende heugelijk; heuglijk; verblijdend; verheugend
suficiente bevredigend; genoeg; genoegzaam; sufficiënt; toereikend; voldoende basta; genoeg

Wiktionary: bevredigend

bevredigend
adjective
  1. voldoening gevend

Cross Translation:
FromToVia
bevredigend satisfactorio satisfactory — adequate or sufficient
bevredigend satisfactorio satisfaisant — Qui contente, qui satisfait.

bevredigend vorm van bevredigen:

bevredigen werkwoord (bevredig, bevredigt, bevredigde, bevredigden, bevredigd)

  1. bevredigen (voldoening geven; begeerte stillen)

Conjugations for bevredigen:

o.t.t.
  1. bevredig
  2. bevredigt
  3. bevredigt
  4. bevredigen
  5. bevredigen
  6. bevredigen
o.v.t.
  1. bevredigde
  2. bevredigde
  3. bevredigde
  4. bevredigden
  5. bevredigden
  6. bevredigden
v.t.t.
  1. heb bevredigd
  2. hebt bevredigd
  3. heeft bevredigd
  4. hebben bevredigd
  5. hebben bevredigd
  6. hebben bevredigd
v.v.t.
  1. had bevredigd
  2. had bevredigd
  3. had bevredigd
  4. hadden bevredigd
  5. hadden bevredigd
  6. hadden bevredigd
o.t.t.t.
  1. zal bevredigen
  2. zult bevredigen
  3. zal bevredigen
  4. zullen bevredigen
  5. zullen bevredigen
  6. zullen bevredigen
o.v.t.t.
  1. zou bevredigen
  2. zou bevredigen
  3. zou bevredigen
  4. zouden bevredigen
  5. zouden bevredigen
  6. zouden bevredigen
diversen
  1. bevredig!
  2. bevredigt!
  3. bevredigd
  4. bevredigend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor bevredigen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dar satisfacción begeerte stillen; bevredigen; voldoening geven iemand genoegen doen; tevreden stellen; vergenoegen
satisfacer begeerte stillen; bevredigen; voldoening geven genoegdoen; iemand genoegen doen; tevreden stellen; tevredenstellen; vergenoegen

Wiktionary: bevredigen

bevredigen
verb
  1. beantwoorden aan een sterk verlangen

Cross Translation:
FromToVia
bevredigen satisfacer satisfy — to meet needs, to fulfill
bevredigen complacer satisfaire — Traductions à trier suivant le sens