Overzicht
Nederlands naar Spaans: Meer gegevens...
- bevochtigen:
-
Wiktionary:
- bevochtigen → humedecer, mojar
- bevochtigen → humedecer, humidificar, abrevar
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor bevochtigen (Nederlands) in het Spaans
bevochtigen:
-
bevochtigen (bespuiten; besproeien; sproeien)
-
bevochtigen (nat maken)
-
bevochtigen (afbetten; betten; deppen)
mojar ligeramente-
mojar ligeramente werkwoord
-
Conjugations for bevochtigen:
o.t.t.
- bevochtig
- bevochtigt
- bevochtigt
- bevochtigen
- bevochtigen
- bevochtigen
o.v.t.
- bevochtigde
- bevochtigde
- bevochtigde
- bevochtigden
- bevochtigden
- bevochtigden
v.t.t.
- heb bevochtigd
- hebt bevochtigd
- heeft bevochtigd
- hebben bevochtigd
- hebben bevochtigd
- hebben bevochtigd
v.v.t.
- had bevochtigd
- had bevochtigd
- had bevochtigd
- hadden bevochtigd
- hadden bevochtigd
- hadden bevochtigd
o.t.t.t.
- zal bevochtigen
- zult bevochtigen
- zal bevochtigen
- zullen bevochtigen
- zullen bevochtigen
- zullen bevochtigen
o.v.t.t.
- zou bevochtigen
- zou bevochtigen
- zou bevochtigen
- zouden bevochtigen
- zouden bevochtigen
- zouden bevochtigen
diversen
- bevochtig!
- bevochtigt!
- bevochtigd
- bevochtigend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor bevochtigen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
humedecer | afbetten; betten | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
humectar | besproeien; bespuiten; bevochtigen; sproeien | |
humedecer | besproeien; bespuiten; bevochtigen; nat maken; sproeien | |
mojar | besproeien; bespuiten; bevochtigen; nat maken; sproeien | dopen |
mojar ligeramente | afbetten; betten; bevochtigen; deppen | |
regar | besproeien; bespuiten; bevochtigen; sproeien | begieten; bespatten; bespetteren; besproeien; bevloeien; gieten; irrigeren; schenken; uitstorten; water geven |
Wiktionary: bevochtigen
bevochtigen
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• bevochtigen | → humedecer; humidificar | ↔ moisturize — to make more moist |
• bevochtigen | → abrevar | ↔ abreuver — faire boire (un animal, particulièrement un cheval). |