Overzicht
Nederlands naar Spaans: Meer gegevens...
- bevatten:
-
Wiktionary:
- bevatten → contener, concebir
- bevatten → comprender, contener, englobar, abarcar, protagonizar, captar, caber, incluir
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor bevatten (Nederlands) in het Spaans
bevatten:
-
bevatten (inhouden)
Conjugations for bevatten:
o.t.t.
- bevat
- bevat
- bevat
- bevatten
- bevatten
- bevatten
o.v.t.
- bevatte
- bevatte
- bevatte
- bevatten
- bevatten
- bevatten
v.t.t.
- heb bevat
- hebt bevat
- heeft bevat
- hebben bevat
- hebben bevat
- hebben bevat
v.v.t.
- had bevat
- had bevat
- had bevat
- hadden bevat
- hadden bevat
- hadden bevat
o.t.t.t.
- zal bevatten
- zult bevatten
- zal bevatten
- zullen bevatten
- zullen bevatten
- zullen bevatten
o.v.t.t.
- zou bevatten
- zou bevatten
- zou bevatten
- zouden bevatten
- zouden bevatten
- zouden bevatten
diversen
- bevat!
- bevat!
- bevat
- bevattend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor bevatten:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
comprender | begrijpen; behelzen; inhouden; inzicht; snappen; vatten | |
contener | behelzen; inhoud; inhouden; waarmee iets gevuld is | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
comprender | bevatten; inhouden | begrijpen; behelzen; beseffen; betrappen; doorhebben; doorzien; doorzien hebben; inhouden; inzien; kennen; met het verstand vatten; omvatten; onderkennen; ondervragen; overhoren; realiseren; snappen; uithoren; uitvragen; verhoren; verstaan |
contener | bevatten; inhouden | achterhouden; bedwingen; behelzen; behouden; beperken; beteugelen; bijsluiten; bijvoegen; binnenhouden; geen afstand doen van; houden; in bedwang houden; indammen; inhouden; inkapselen; inmaken; inpekelen; inperken; insluiten; inzouten; limiteren; met handen omvatten; omspannen; omvatten; opzijleggen; opzouten; reserveren; terughouden; toevoegen |
Verwante definities voor "bevatten":
Wiktionary: bevatten
bevatten
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• bevatten | → comprender | ↔ comprehend — to understand |
• bevatten | → contener | ↔ contain — To hold inside |
• bevatten | → englobar; abarcar | ↔ encompass — include |
• bevatten | → protagonizar | ↔ feature — star, contain |
• bevatten | → contener | ↔ hold — to contain |
• bevatten | → captar | ↔ erfassen — (transitiv) das wesentliche einer Sache verstehen |
• bevatten | → caber; comprender; incluir | ↔ comprendre — Contenir en soi |
• bevatten | → contener | ↔ renfermer — enfermer de nouveau. |
Computer vertaling door derden: