Overzicht
Nederlands naar Spaans: Meer gegevens...
- betoog:
- betogen:
-
Wiktionary:
- betoog → bronca, discusión, pelea, riña, alegato, argumentación, intención, propósito
- betogen → argumentar
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor betoog (Nederlands) in het Spaans
betoog:
-
het betoog
Vertaal Matrix voor betoog:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
articulación | betoog | afdeling; articulatie; departement; detachement; geleding; gewricht; het uitspreken; lid; lidmaat; lul; opheldering; penis; piemel; pik; roede; sectie; tak; toelichting; uiteenzetting; uiting; uitleg; uitspraak; verbinding van beenderen; verbinding van lichaamsdelen; verduidelijking; verklaring |
enunciación | betoog | opheldering; toelichting; uiteenzetting; uitleg; verduidelijking; verklaring |
pronunciación | betoog | het uitspreken; opheldering; toelichting; uiteenzetting; uiting; uitleg; uitspraak; verduidelijking; verklaring |
Wiktionary: betoog
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• betoog | → bronca; discusión; pelea; riña | ↔ argument — verbal dispute; a quarrel |
• betoog | → alegato | ↔ Plädoyer — bildungssprachlich: ausführlicher Appell, mit dem jemand etwas entschieden befürworten oder ablehnen |
• betoog | → argumentación | ↔ Argumentation — eine Darlegung der Argumente zur Untermauerung der These, eine Begründung, Beweisführung |
• betoog | → argumentación | ↔ argumentation — action, art d’argumenter. |
• betoog | → intención; propósito | ↔ propos — parole échanger dans la conversation. |
betoog vorm van betogen:
-
betogen (demonstreren)
manifestarse; hacer una manifestación; argumentar-
manifestarse werkwoord
-
hacer una manifestación werkwoord
-
argumentar werkwoord
-
Conjugations for betogen:
o.t.t.
- betoog
- betoogt
- betoogt
- betogen
- betogen
- betogen
o.v.t.
- betoogde
- betoogde
- betoogde
- betoogden
- betoogden
- betoogden
v.t.t.
- heb betoogd
- hebt betoogd
- heeft betoogd
- hebben betoogd
- hebben betoogd
- hebben betoogd
v.v.t.
- had betoogd
- had betoogd
- had betoogd
- hadden betoogd
- hadden betoogd
- hadden betoogd
o.t.t.t.
- zal betogen
- zult betogen
- zal betogen
- zullen betogen
- zullen betogen
- zullen betogen
o.v.t.t.
- zou betogen
- zou betogen
- zou betogen
- zouden betogen
- zouden betogen
- zouden betogen
diversen
- betoog!
- betoogt!
- betoogd
- betogend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor betogen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
argumentar | betogen; demonstreren | argumenteren; beredeneren; disputeren; protesteren; redeneren; redetwisten; tegenspreken; tegenwerpen; twisten; weerspreken |
hacer una manifestación | betogen; demonstreren | |
manifestarse | betogen; demonstreren | ontpoppen; openbaren; zich uiten |
Wiktionary: betogen
betogen
verb
-
een serie argumenten als een verhaal presenteren, bijvoorbeeld in een rechtszaak
- betogen → argumentar