Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. bereidwilligheid:
  2. bereidwillig:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bereidwilligheid (Nederlands) in het Spaans

bereidwilligheid:

bereidwilligheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de bereidwilligheid (bereidheid)
    la complacencia

Vertaal Matrix voor bereidwilligheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
complacencia bereidheid; bereidwilligheid behulpzaamheid; clementie; compassie; dienstwilligheid; goedaardigheid; goedertierenheid; goedheid; goedmoedigheid; goedwillendheid; gunstige gezindheid; hulpvaardigheid; liefdadigheid; liefdadigheidsinstelling; meegaandheid; mildheid; toegevendheid; vergenoegdheid; volgzaamheid; weldaad; weldadigheidsinstelling; welwillendheid

Verwante woorden van "bereidwilligheid":


bereidwillig:

bereidwillig bijvoeglijk naamwoord

  1. bereidwillig (bereidvaardig; welwillend)
    benévolo; servicial; indulgente; complaciente; oficioso; inclinado a perdonar
  2. bereidwillig (behulpzaam; gedienstig; inschikkelijk)
    servicial; atento; dispuesto a ayudar; amable; complaciente; afable; indulgente; obsequioso; asiduo
  3. bereidwillig (toeschietelijk; tegemoetkomend; welwillend)
    complaciente; amable; bien dispuesto

Vertaal Matrix voor bereidwillig:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afable behulpzaam; bereidwillig; gedienstig; inschikkelijk amicaal; bedaard; beminnelijk; charmant; gelijkmoedig; genegenheid opwekkend; innemend; kalm; kalmpjes; kameraadschappelijk; lief; minzaam; onbewogen; rustig; sereen; vriendelijke; vriendschappelijk
amable behulpzaam; bereidwillig; gedienstig; inschikkelijk; tegemoetkomend; toeschietelijk; welwillend aangenaam; aanlokkelijk; aantrekkelijk; aardig; aimabel; attent; attractief; bedaard; behulpzaam; bekoorlijk; beminnelijk; bevallig; braaf; charmant; comfortabel; coöperatief; deugdzaam; dierbaar; favoriete; fijn; geestig; geinig; gelijkmoedig; gemakkelijk; genegenheid opwekkend; genoeglijk; geriefelijk; geschikt; geselecteerd; goedaardig; goedhartig; grappig; hartelijk; hulpvaardig; innemend; jofel; kalm; kalmpjes; knap; koddig; komiek; komisch; lachwekkend; lekker; leuk; lief; lievelings; lollig; medewerkend; minnelijk; minzaam; mooi; onbewogen; op een aardige manier; plezierig; prettig; rustig; sereen; sympathiek; toegenegen; tof; verkoren; voorbeeldig; voorkomend; vriendelijk; vriendelijke; welwillend; zachtaardig; zoet
asiduo behulpzaam; bereidwillig; gedienstig; inschikkelijk aangenaam; aardig; attent; behulpzaam; goedaardig; goedhartig; hulpvaardig; plezierig; voorkomend; vriendelijk; zachtaardig
atento behulpzaam; bereidwillig; gedienstig; inschikkelijk aandachtig; aangenaam; aardig; alert; attent; bedachtzaam; behoedzaam; behulpzaam; belangstellend; beschaafd; bezonnen; charmant; dienstwillig; geciviliseerd; gecultiveerd; gedienstig; genegenheid opwekkend; geïnteresseerd; goedaardig; goedhartig; hoede; hulpvaardig; innemend; met een scherp oog; minzaam; nauwlettend; omzichtig; ontwikkeld; oplettend; opmerkzaam; paraat; plezierig; voorkomend; voorzichtig; vriendelijk; waaks; waakzaam; wakend; zachtaardig
benévolo bereidvaardig; bereidwillig; welwillend amicaal; bedaard; gelijkmoedig; genegen; goedaardig; goedgunstig; goedhartig; goedig; goedmoedig; goeiig; hartelijk; kalm; kalmpjes; kameraadschappelijk; mild; minnelijk; onbewogen; op een aardige manier; rustig; sereen; vriendelijk; vriendelijke; vriendschappelijk; welwillend; zachtaardig; zachtmoedig; zachtzinnig
bien dispuesto bereidwillig; tegemoetkomend; toeschietelijk; welwillend dienstvaardig; genoeglijk; op een aardige manier; tam; vriendelijk
complaciente behulpzaam; bereidvaardig; bereidwillig; gedienstig; inschikkelijk; tegemoetkomend; toeschietelijk; welwillend aangenaam; aardig; amicaal; attent; bedaard; behulpzaam; dienstbaar; dienstvaardig; dienstwillig; gedwee; gelijkmoedig; gewillig; goedaardig; goedhartig; goedig; goedmoedig; goeiig; hulpvaardig; inschikkelijk; kalm; kalmpjes; kameraadschappelijk; meegaand; mild; onbewogen; onderworpen; op een aardige manier; plezierig; rustig; sereen; soepel; toegeeflijk; toegevend; verplichtend; volgzaam; voorkomend; vriendelijk; vriendelijke; vriendschappelijk; willig; zachtaardig; zachtmoedig; zachtzinnig
dispuesto a ayudar behulpzaam; bereidwillig; gedienstig; inschikkelijk aangenaam; aardig; attent; behulpzaam; goedaardig; goedhartig; hulpvaardig; plezierig; voorkomend; vriendelijk; zachtaardig
inclinado a perdonar bereidvaardig; bereidwillig; welwillend
indulgente behulpzaam; bereidvaardig; bereidwillig; gedienstig; inschikkelijk; welwillend barmhartig; clement; edelmoedig; geduldig; gedwee; genaderijk; genereus; gewillig; goedgeefs; goedhartig; gul; inschikkelijk; kalm afwachtend; lankmoedig; mak; meegaand; mild; onbekrompen; onderworpen; op een aardige manier; royaal; ruimhartig; scheutig; soepel; toegeeflijk; toegevend; vergevend; verplichtend; volgzaam; vriendelijk; vrijgevig; welwillend; zacht; zachtaardig
obsequioso behulpzaam; bereidwillig; gedienstig; inschikkelijk dienstwillig; gedienstig; gedwee; gehoorzaam; gewillig; inschikkelijk; meegaand; soepel; toegeeflijk; toegevend; voorkomend
oficioso bereidvaardig; bereidwillig; welwillend niet officieel; officieus; onofficieel; zijdelings
servicial behulpzaam; bereidvaardig; bereidwillig; gedienstig; inschikkelijk; welwillend dienstbaar; dienstvaardig; dienstwillig; gedienstig; voorkomend; willig

Verwante woorden van "bereidwillig":


Wiktionary: bereidwillig

bereidwillig
adjective
  1. tot hulp en dienst bereid zijn of daarvan blijk geven