Nederlands
Uitgebreide vertaling voor bereid zijn (Nederlands) in het Spaans
bereid zijn:
bereid zijn werkwoord (ben bereid, bent bereid, is bereid, was bereid, waren bereid, bereid geweest)
-
bereid zijn (klaarstaan)
Conjugations for bereid zijn:
o.t.t.
- ben bereid
- bent bereid
- is bereid
- zijn bereid
- zijn bereid
- zijn bereid
o.v.t.
- was bereid
- was bereid
- was bereid
- waren bereid
- waren bereid
- waren bereid
v.t.t.
- ben bereid geweest
- bent bereid geweest
- is bereid geweest
- zijn bereid geweest
- zijn bereid geweest
- zijn bereid geweest
v.v.t.
- was bereid geweest
- was bereid geweest
- was bereid geweest
- waren bereid geweest
- waren bereid geweest
- waren bereid geweest
o.t.t.t.
- zal bereid zijn
- zult bereid zijn
- zal bereid zijn
- zullen bereid zijn
- zullen bereid zijn
- zullen bereid zijn
o.v.t.t.
- zou bereid zijn
- zou bereid zijn
- zou bereid zijn
- zouden bereid zijn
- zouden bereid zijn
- zouden bereid zijn
diversen
- ben bereid!
- bent bereid!
- bereid geweest
- bereid zijnde
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor bereid zijn:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
estar dispuesto | bereid zijn; klaarstaan | |
estar listo | bereid zijn; klaarstaan | af zijn; klaar zijn; klaarzijn; voltooid zijn |