Nederlands

Uitgebreide vertaling voor beoogden (Nederlands) in het Spaans

beoogden vorm van beogen:

beogen werkwoord (beoog, beoogt, beoogde, beoogden, beoogd)

  1. beogen (ten doel hebben; bedoelen)

Conjugations for beogen:

o.t.t.
  1. beoog
  2. beoogt
  3. beoogt
  4. beogen
  5. beogen
  6. beogen
o.v.t.
  1. beoogde
  2. beoogde
  3. beoogde
  4. beoogden
  5. beoogden
  6. beoogden
v.t.t.
  1. heb beoogd
  2. hebt beoogd
  3. heeft beoogd
  4. hebben beoogd
  5. hebben beoogd
  6. hebben beoogd
v.v.t.
  1. had beoogd
  2. had beoogd
  3. had beoogd
  4. hadden beoogd
  5. hadden beoogd
  6. hadden beoogd
o.t.t.t.
  1. zal beogen
  2. zult beogen
  3. zal beogen
  4. zullen beogen
  5. zullen beogen
  6. zullen beogen
o.v.t.t.
  1. zou beogen
  2. zou beogen
  3. zou beogen
  4. zouden beogen
  5. zouden beogen
  6. zouden beogen
diversen
  1. beoog!
  2. beoogt!
  3. beoogd
  4. beogend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

beogen [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. beogen (streven; pogen; ambitie; )
    el ambicionar; el pretender; el aspirar a; el empeñarse en; el apuntar a; el dar forraje

Vertaal Matrix voor beogen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ambicionar aansturen op; ambitie; aspiratie; azen; beogen; doel; intentie; pogen; streven; streven naar; trachten
apuntar a aansturen op; ambitie; aspiratie; azen; beogen; doel; intentie; pogen; streven; streven naar; trachten mikken op
aspirar a aansturen op; ambitie; aspiratie; azen; beogen; doel; intentie; pogen; streven; streven naar; trachten mikken op
dar forraje aansturen op; ambitie; aspiratie; azen; beogen; doel; intentie; pogen; streven; streven naar; trachten
empeñarse en aansturen op; ambitie; aspiratie; azen; beogen; doel; intentie; pogen; streven; streven naar; trachten
pretender aansturen op; ambitie; aspiratie; azen; beogen; doel; intentie; pogen; streven; streven naar; trachten
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ambicionar ambiëren; begeren; doelen; ijveren; streven; verlangen
apuntar a doelen
aspirar a ambiëren; doelen; ijlen; ijveren; jachten; jagen; jakkeren; mikken op; najagen; nastreven; opschieten; reppen; snellen; spoeden; stressen; streven; streven naar; trachten te verkrijgen; vervolgen; vliegen; zich haasten; zich spoeden
empeñarse en doelen; ijveren; mikken op; streven; streven naar
pretender aanmatigen; ambiëren; bedoelen; beweren; ergens iets mee willen zeggen; fingeren; huichelen; menen; pretenderen; simuleren; stellen; van mening zijn; veinzen; verklaren; voorgeven; voorwenden; zich verbeelden
tener como fin de bedoelen; beogen; ten doel hebben
tener como objetivo bedoelen; beogen; ten doel hebben

Wiktionary: beogen

beogen
verb
  1. ~ met: ergens een bepaald doel mee in ogen hebben

Cross Translation:
FromToVia
beogen querer decir; apuntar a; aspirar a; tender viser — Traductions à trier suivant le sens