Overzicht
Nederlands naar Spaans: Meer gegevens...
- benoeming:
-
Wiktionary:
- benoeming → nombramiento
- benoeming → nombramiento
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor benoeming (Nederlands) in het Spaans
benoeming:
-
de benoeming (benaming; aanduiding)
la denominación -
de benoeming (aanstelling; installatie)
Vertaal Matrix voor benoeming:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
colocación | aanstelling; benoeming; installatie | annexatie; inlijving; plaatsing; zetsels; zetten; zetwerk |
denominación | aanduiding; benaming; benoeming | faam; naam; reputatie; roep |
designación | aanstelling; benoeming; installatie | taakverschaffing; tewerkstelling; werkverschaffing |
instalación | aanstelling; benoeming; installatie | aanleggen; assemblage; assembleren; beëdiging; faciliteit; installatie; montage; montages; samenstelling; samenvoeging |
nombramiento | aanstelling; benoeming; installatie | nominatie; officiersaanstelling; taakverschaffing; tewerkstelling; voordracht; werkverschaffing |
Verwante woorden van "benoeming":
Wiktionary: benoeming
benoeming
Cross Translation:
noun
-
het toewijzen van een ambt aan iemand
- benoeming → nombramiento
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• benoeming | → nombramiento | ↔ Berufung — Ernennung in ein öffentliches Amt von Kirche oder Staat (Höchstrichter, Priester, Universitätsprofessor usw.) oder Anstellung eines Künstlers (Dirigent, Theaterdirektor, Schauspieler, Musiker usw.) |