Overzicht
Nederlands naar Spaans: Meer gegevens...
- bemesten:
-
Wiktionary:
- bemesten → abonar, estercolar, fertilizar, fecundizar
- bemesten → abonar, estercolar, adelantar, mejorar
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor bemesten (Nederlands) in het Spaans
bemesten:
-
bemesten
Conjugations for bemesten:
o.t.t.
- bemest
- bemest
- bemest
- bemesten
- bemesten
- bemesten
o.v.t.
- bemestte
- bemestte
- bemestte
- bemestten
- bemestten
- bemestten
v.t.t.
- heb bemest
- hebt bemest
- heeft bemest
- hebben bemest
- hebben bemest
- hebben bemest
v.v.t.
- had bemest
- had bemest
- had bemest
- hadden bemest
- hadden bemest
- hadden bemest
o.t.t.t.
- zal bemesten
- zult bemesten
- zal bemesten
- zullen bemesten
- zullen bemesten
- zullen bemesten
o.v.t.t.
- zou bemesten
- zou bemesten
- zou bemesten
- zouden bemesten
- zouden bemesten
- zouden bemesten
diversen
- bemest!
- bemest!
- bemest
- bemestend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor bemesten:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
abonar | bemesten | gieren; hard lachen; het land gieren |
estercolar | bemesten | gieren; hard lachen; mesten; vetmesten |
fertilizar | bemesten | gieren; hard lachen; mesten; vetmesten |
Wiktionary: bemesten
bemesten
Cross Translation:
verb
-
het toevoegen van meststoffen aan de aarde
- bemesten → abonar; estercolar; fertilizar; fecundizar
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• bemesten | → abonar; estercolar | ↔ manure — to apply manure |
• bemesten | → adelantar; mejorar; abonar | ↔ amender — corriger, améliorer, rendre meilleur. |