Overzicht
Nederlands naar Spaans: Meer gegevens...
- beklemmend:
- beklemmen:
-
Wiktionary:
- beklemmen → agobiar, angustiar
- beklemmen → oprimir, angustiar, obsesionar
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor beklemmend (Nederlands) in het Spaans
beklemmend:
-
beklemmend (nijpend; smartelijk; knellend)
agudo; acuciante; penetrante-
agudo bijvoeglijk naamwoord
-
acuciante bijvoeglijk naamwoord
-
penetrante bijvoeglijk naamwoord
-
-
beklemmend (benauwend)
Vertaal Matrix voor beklemmend:
beklemmend vorm van beklemmen:
-
beklemmen (benauwen)
Conjugations for beklemmen:
o.t.t.
- beklem
- beklemt
- beklemt
- beklemmen
- beklemmen
- beklemmen
o.v.t.
- beklemde
- beklemde
- beklemde
- beklemden
- beklemden
- beklemden
v.t.t.
- heb beklemd
- hebt beklemd
- heeft beklemd
- hebben beklemd
- hebben beklemd
- hebben beklemd
v.v.t.
- had beklemd
- had beklemd
- had beklemd
- hadden beklemd
- hadden beklemd
- hadden beklemd
o.t.t.t.
- zal beklemmen
- zult beklemmen
- zal beklemmen
- zullen beklemmen
- zullen beklemmen
- zullen beklemmen
o.v.t.t.
- zou beklemmen
- zou beklemmen
- zou beklemmen
- zouden beklemmen
- zouden beklemmen
- zouden beklemmen
diversen
- beklem!
- beklemt!
- beklemd
- beklemmend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor beklemmen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
inquietar | zorg inboezemen | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
angustiar | beklemmen; benauwen | alarmeren; beangstigen; benauwen; ongerust maken |
inquietar | beklemmen; benauwen | alarmeren; ongerust maken; ontstellen; verontrusten |
oprimir | beklemmen; benauwen | butsen; een deuk maken in; indeuken; indrukken; induwen; naar beneden drukken; persen; verdrukken |