Overzicht
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor beheksen (Nederlands) in het Spaans
beheksen:
-
beheksen (betoveren)
Conjugations for beheksen:
o.t.t.
- beheks
- behekst
- behekst
- beheksen
- beheksen
- beheksen
o.v.t.
- behekste
- behekste
- behekste
- beheksten
- beheksten
- beheksten
v.t.t.
- heb behekst
- hebt behekst
- heeft behekst
- hebben behekst
- hebben behekst
- hebben behekst
v.v.t.
- had behekst
- had behekst
- had behekst
- hadden behekst
- hadden behekst
- hadden behekst
o.t.t.t.
- zal beheksen
- zult beheksen
- zal beheksen
- zullen beheksen
- zullen beheksen
- zullen beheksen
o.v.t.t.
- zou beheksen
- zou beheksen
- zou beheksen
- zouden beheksen
- zouden beheksen
- zouden beheksen
diversen
- beheks!
- behekst!
- behekst
- beheksend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor beheksen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
fascinar | aantrekken; bekoren; charmeren | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
cautivado | beheksen; betoveren | |
embrujar | beheksen; betoveren | |
encantar | beheksen; betoveren | bekoren; bevallen; gunst winnen; verleiden |
fascinar | beheksen; betoveren | bekoren; betrappen; bevallen; boeien; fascineren; intrigeren; obsederen; snappen |
hechizar | beheksen; betoveren | |
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
encantar | verrukken |