Nederlands
Uitgebreide vertaling voor behandelen (Nederlands) in het Spaans
behandelen:
-
behandelen (verzorgen)
tratar; elaborar; labrar; atender a; asistir de-
tratar werkwoord
-
elaborar werkwoord
-
labrar werkwoord
-
atender a werkwoord
-
asistir de werkwoord
-
-
behandelen (iets afhandelen)
-
behandelen (onder behandeling nemen)
Conjugations for behandelen:
o.t.t.
- behandel
- behandelt
- behandelt
- behandelen
- behandelen
- behandelen
o.v.t.
- behandelde
- behandelde
- behandelde
- behandelden
- behandelden
- behandelden
v.t.t.
- heb behandeld
- hebt behandeld
- heeft behandeld
- hebben behandeld
- hebben behandeld
- hebben behandeld
v.v.t.
- had behandeld
- had behandeld
- had behandeld
- hadden behandeld
- hadden behandeld
- hadden behandeld
o.t.t.t.
- zal behandelen
- zult behandelen
- zal behandelen
- zullen behandelen
- zullen behandelen
- zullen behandelen
o.v.t.t.
- zou behandelen
- zou behandelen
- zou behandelen
- zouden behandelen
- zouden behandelen
- zouden behandelen
diversen
- behandel!
- behandelt!
- behandeld
- behandelende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor behandelen:
Verwante definities voor "behandelen":
Wiktionary: behandelen
behandelen
Cross Translation:
verb
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• behandelen | → mencionar | ↔ cover — mention |
• behandelen | → ocuparse; manejar | ↔ deal — handle, manage |
• behandelen | → conducir; gestionar | ↔ demean — To manage; to conduct; to treat. |
• behandelen | → tratar | ↔ treat — to discourse, to represent |
• behandelen | → tratado | ↔ treat — to handle a subject in writing or speaking |
• behandelen | → tratar | ↔ treat — to handle, deal with or behave towards in a specific way |
• behandelen | → tratar | ↔ treat — to care for medicinally or surgically |
• behandelen | → sanar; curar; guarir | ↔ guérir — délivrer d’un mal physique. |
• behandelen | → sanar; curar; guarir | ↔ guérir — Se délivrer d’un mal physique. |
• behandelen | → cuidar; atender a; cuidar de; curar; medicar | ↔ soigner — avoir soin de quelqu’un ou de quelque chose. |
• behandelen | → tratar | ↔ traiter — Traductions à trier suivant le sens |