Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. begroeten:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor begroeten (Nederlands) in het Spaans

begroeten:

begroeten werkwoord (begroet, begroette, begroetten, begroet)

  1. begroeten (gedag zeggen; groeten)
    saludar

Conjugations for begroeten:

o.t.t.
  1. begroet
  2. begroet
  3. begroet
  4. begroeten
  5. begroeten
  6. begroeten
o.v.t.
  1. begroette
  2. begroette
  3. begroette
  4. begroetten
  5. begroetten
  6. begroetten
v.t.t.
  1. heb begroet
  2. hebt begroet
  3. heeft begroet
  4. hebben begroet
  5. hebben begroet
  6. hebben begroet
v.v.t.
  1. had begroet
  2. had begroet
  3. had begroet
  4. hadden begroet
  5. hadden begroet
  6. hadden begroet
o.t.t.t.
  1. zal begroeten
  2. zult begroeten
  3. zal begroeten
  4. zullen begroeten
  5. zullen begroeten
  6. zullen begroeten
o.v.t.t.
  1. zou begroeten
  2. zou begroeten
  3. zou begroeten
  4. zouden begroeten
  5. zouden begroeten
  6. zouden begroeten
diversen
  1. begroet!
  2. begroet!
  3. begroet
  4. begroetend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor begroeten:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
saludar begroeten; gedag zeggen; groeten

Wiktionary: begroeten

begroeten
verb
  1. bij de ontmoeting een teken van erkenning en welwillendheid geven aan iemand

Cross Translation:
FromToVia
begroeten saludar hail — to greet
begroeten saludar saluerdonner à quelqu’un une marque extérieure de civilité, de déférence ou de respect, en l’aborder, en le rencontrer, en le quitter.