Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. begaafdheden:
  2. begaafdheid:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor begaafdheden (Nederlands) in het Spaans

begaafdheden:

begaafdheden [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de begaafdheden
    el dotes; el talentos
    • dotes [el ~] zelfstandig naamwoord
    • talentos [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor begaafdheden:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dotes begaafdheden
talentos begaafdheden kundigheden

Verwante woorden van "begaafdheden":


begaafdheid:

begaafdheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de begaafdheid (talent; capaciteit; bekwaamheid; )
    el talento; la dádiva; el genio; la persona con talento; la capacidad; la genialidad

Vertaal Matrix voor begaafdheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
capacidad aanleg; begaafdheid; bekwaamheid; capaciteit; gave; knobbel; kundigheid; scherpzinnigheid; talent; vernuft bekwaamheid; capabelheid; capaciteit; competentie; draagkracht; draagvermogen; geschiktheid; grootte in de ruimte; inhoud; inhoudsruimte; kracht; kwaliteit; laadvermogen; macht; omvatte ruimte; ter zake kundigheid; vermogen; volume; wat ergens in zit
dádiva aanleg; begaafdheid; bekwaamheid; capaciteit; gave; knobbel; kundigheid; scherpzinnigheid; talent; vernuft
genialidad aanleg; begaafdheid; bekwaamheid; capaciteit; gave; knobbel; kundigheid; scherpzinnigheid; talent; vernuft brein; denkvermogen; geest; genialiteit; hersens; vernuft; verstand; vindingrijk vernuft
genio aanleg; begaafdheid; bekwaamheid; capaciteit; gave; knobbel; kundigheid; scherpzinnigheid; talent; vernuft brein; denkvermogen; duivelskunstenaar; duizendkunstenaar; geest; geniaal persoon; genialiteit; genie; geniekorps; hersens; hoogvlieger; intelligentie; vernuft; verstand; vindingrijk vernuft
persona con talento aanleg; begaafdheid; bekwaamheid; capaciteit; gave; knobbel; kundigheid; scherpzinnigheid; talent; vernuft geniaal persoon; genie; hoogvlieger
talento aanleg; begaafdheid; bekwaamheid; capaciteit; gave; knobbel; kundigheid; scherpzinnigheid; talent; vernuft brein; denkvermogen; geest; hersens; kunde; kundigheid; vernuft; verstand

Verwante woorden van "begaafdheid":


Wiktionary: begaafdheid

begaafdheid
noun
  1. een bijzondere aanleg, een gave