Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. bedrieger:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bedrieger (Nederlands) in het Spaans

bedrieger:

bedrieger [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de bedrieger (oplichter)
    el estafador; el engañador; el defraudador; el embustero

Vertaal Matrix voor bedrieger:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
defraudador bedrieger; oplichter flessentrekker; jokkebrok; leugenaar; leugenbeest; misleider
embustero bedrieger; oplichter dromer; fantast; flessentrekker; jokkebrok; leugenaar; leugenbeest; misleider; utopist
engañador bedrieger; oplichter flessentrekker; misleider
estafador bedrieger; oplichter dromer; fantast; flessentrekker; flessentrekkers; fraudeur; misleider; utopist; zwendelaar
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
embustero duister; louche; onbetrouwbaar; onguur; verdacht
engañador leugenachtig

Verwante woorden van "bedrieger":


Wiktionary: bedrieger

bedrieger
noun
  1. iemand die een ander om de tuin leidt voor persoonlijk gewin

Cross Translation:
FromToVia
bedrieger ladrona; ladrón; ratero; truhán; ratera; truhana crook — a criminal who steals
bedrieger impostor; impostora impostor — someone who uses assumed identity
bedrieger charlatán charlatanvendeur ambulant de drogues qu’il débiter à grand fracas de trompe et de boniments sur les places public, monter sur des tréteaux ou sur une voiture. — note C’est généralement un terme de mépris.