Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. bazin:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bazin (Nederlands) in het Spaans

bazin:

bazin [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de bazin
    la dueña; la dominadora; la ama; la maestra
    • dueña [la ~] zelfstandig naamwoord
    • dominadora [la ~] zelfstandig naamwoord
    • ama [la ~] zelfstandig naamwoord
    • maestra [la ~] zelfstandig naamwoord
  2. de bazin (meesteres; gebiedster)
    la dueña; la ama
    • dueña [la ~] zelfstandig naamwoord
    • ama [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor bazin:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ama bazin; gebiedster; meesteres echtgenote; gade; gemalin; huismoeder; huisvrouw; vrouw
dominadora bazin heerseres
dueña bazin; gebiedster; meesteres bezitster; eigenares; heerseres; vrouwelijke eigenaar
maestra bazin heerseres; juf; juffrouw; mejuffrouw; onderwijzeres; schooljuffrouw

Verwante woorden van "bazin":

  • bazinnen

Wiktionary: bazin

bazin
noun
  1. vrouwelijke baas

Cross Translation:
FromToVia
bazin jefa; jefe boss — person in charge
bazin jefe; cabeza; líder head — leader or chief