Nederlands
Uitgebreide vertaling voor bazig (Nederlands) in het Spaans
bazig:
-
bazig (overheersend)
autoritario; mandón; predominante; imperativo; dominante; imperioso; perentorio; prevaleciente-
autoritario bijvoeglijk naamwoord
-
mandón bijvoeglijk naamwoord
-
predominante bijvoeglijk naamwoord
-
imperativo bijvoeglijk naamwoord
-
dominante bijvoeglijk naamwoord
-
imperioso bijvoeglijk naamwoord
-
perentorio bijvoeglijk naamwoord
-
prevaleciente bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor bazig:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
dominante | overhand | |
imperativo | gebiedende wijs; imperatief | |
prevaleciente | overhand | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
autoritario | bazig; overheersend | autoritair; dwingend; gebiedend; gelastend; heerszuchtig; imperatief; vereisend |
dominante | bazig; overheersend | heersend; heerszuchtig; regerend |
imperativo | bazig; overheersend | bevelend; bindende; dwingend; gebiedend; gelastend; heerszuchtig; imperatief; vereisend |
imperioso | bazig; overheersend | belerend; dwingend; frikkerig; gebiedend; geboden; gelastend; heerszuchtig; imperatief; ingebeeld; pedant; schoolmeesterachtig; vereisend; verwaand; zelfgenoegzaam; zelfingenomen |
mandón | bazig; overheersend | |
perentorio | bazig; overheersend | heerszuchtig |
predominante | bazig; overheersend | heerszuchtig |
prevaleciente | bazig; overheersend | heerszuchtig |