Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. bandjes:
  2. bandje:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bandjes (Nederlands) in het Spaans

bandjes:

bandjes [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. bandjes
    la cintas
    • cintas [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor bandjes:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cintas bandjes banden; cassettebandjes; linten; tapes

Verwante woorden van "bandjes":


bandje:

bandje [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het bandje
    la cinta
    • cinta [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor bandje:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cinta bandje afzetlint; band; boekdeel; cassette; cassettebandje; deel; geluidsniveau; haarband; haarlint; hoofdband; lint; politielint; volume

Verwante woorden van "bandje":