Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. banderol:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor banderol (Nederlands) in het Spaans

banderol:

banderol [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de banderol (strook)
    la tira; la etiqueta
    • tira [la ~] zelfstandig naamwoord
    • etiqueta [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor banderol:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
etiqueta banderol; strook code; etiket; etiquette; fatsoensnormen; iemand kenmerken; kenmerk; kenteken; label; notitiemarkering; plakker; plakkertje; sticker; tag
tira banderol; strook band; boekdeel; deel; gelid; geluidsniveau; haarband; haarlint; lint; rij; volume

Verwante woorden van "banderol":

  • banderollen

Wiktionary: banderol


Cross Translation:
FromToVia
banderol banderola banderole — Petite bande d’étoffe flottante en forme de flamme.
banderol filacteria; amuleto; talismán; tefilín phylactère — (term, Art chrétien médiéval) banderole peinte, dessinée ou sculptée, sur laquelle se déploient les paroles prononcées par le personnage que l'on représente.