Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor azen (Nederlands) in het Spaans

azen:

azen werkwoord

  1. azen (prooizoeken)
    cazar

azen [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het azen (beogen; streven; pogen; )
    el ambicionar; el pretender; el aspirar a; el empeñarse en; el apuntar a; el dar forraje

Vertaal Matrix voor azen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ambicionar aansturen op; ambitie; aspiratie; azen; beogen; doel; intentie; pogen; streven; streven naar; trachten
apuntar a aansturen op; ambitie; aspiratie; azen; beogen; doel; intentie; pogen; streven; streven naar; trachten mikken op
aspirar a aansturen op; ambitie; aspiratie; azen; beogen; doel; intentie; pogen; streven; streven naar; trachten mikken op
dar forraje aansturen op; ambitie; aspiratie; azen; beogen; doel; intentie; pogen; streven; streven naar; trachten
empeñarse en aansturen op; ambitie; aspiratie; azen; beogen; doel; intentie; pogen; streven; streven naar; trachten
pretender aansturen op; ambitie; aspiratie; azen; beogen; doel; intentie; pogen; streven; streven naar; trachten
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ambicionar ambiëren; begeren; doelen; ijveren; streven; verlangen
apuntar a doelen
aspirar a ambiëren; doelen; ijlen; ijveren; jachten; jagen; jakkeren; mikken op; najagen; nastreven; opschieten; reppen; snellen; spoeden; stressen; streven; streven naar; trachten te verkrijgen; vervolgen; vliegen; zich haasten; zich spoeden
cazar azen; prooizoeken afschieten; afvuren; betrappen; jachten; najagen; nastreven; opdrijven; ophitsen; opjagen; schieten; schoten lossen; sjezen; snappen; snel gaan; trachten te verkrijgen; vervolgen; voortjagen; vuren
empeñarse en doelen; ijveren; mikken op; streven; streven naar
pretender aanmatigen; ambiëren; bedoelen; beweren; ergens iets mee willen zeggen; fingeren; huichelen; menen; pretenderen; simuleren; stellen; van mening zijn; veinzen; verklaren; voorgeven; voorwenden; zich verbeelden

Verwante woorden van "azen":


azen vorm van aas:

aas [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de aas (lokmiddel; lokaas)
    el reclamo; el anzuelo; el cebo; el señuelo; el acecho
    • reclamo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • anzuelo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • cebo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • señuelo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • acecho [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor aas:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
acecho aas; lokaas; lokmiddel loer; streek
anzuelo aas; lokaas; lokmiddel angel; gifangel; haak; klinknagel; loer; lokvogel; nagel; ophanghaak; spijker; streek; tekenhaak; vishaak; weerhaak
cebo aas; lokaas; lokmiddel loer; lokker; streek; verleider; visaas; visvoer
reclamo aas; lokaas; lokmiddel lokroep; loktoon
señuelo aas; lokaas; lokmiddel blikvanger; loer; lokkertje; streek

Verwante woorden van "aas":


Wiktionary: aas


Cross Translation:
FromToVia
aas as ace — card with a single spot
aas cebo; carnada bait — substance used in catching fish
aas cadáver carcass — dead animal
aas carroña carrion — dead flesh; carcasses
aas as Ass — eine Spielkarte
aas carroña; cadáver Aasnur Plural 1: toter und meist verwesender Tierkörper
aas as as — cartes|fr carte à jouer d’une valeur parfois minimale, le plus souvent maximale.