Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. automatisch:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor automatisch (Nederlands) in het Spaans

automatisch:

automatisch bijvoeglijk naamwoord

  1. automatisch (machinaal)
    automático; mecánico
  2. automatisch (zelfwerkend)
    automático; mecánico; maquinal
  3. automatisch (vanzelfsprekend)
    natural; obvio; automático; evidente
  4. automatisch (zonder erbij te denken; werktuiglijk)
    automáticamente; automático
  5. automatisch
    automático

Vertaal Matrix voor automatisch:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
mecánico hersteller; monteur; reparateur; rijwielhersteller; technicus; technisch deskundige; werktuigkundige
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
automático automatisch; machinaal; vanzelfsprekend; werktuiglijk; zelfwerkend; zonder erbij te denken
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
automáticamente automatisch; werktuiglijk; zonder erbij te denken
evidente automatisch; vanzelfsprekend 'tuurlijk; aanschouwelijk; algemeen begrijpbaar; allicht; bevatbaar; bijgevolg; blijkbaar; direct; doorgrond; doorzien; duidelijk; dus; eenduidig; flagrant; helder; kenbaar; klaar als een klontje; klaarblijkelijk; logisch; natuurlijk; netto; onbelast; ondubbelzinnig; onmiskenbaar; onontkomelijk; overduidelijk; recht door zee; regelrecht; te kennen; uiteraard; vanzelfsprekend; zeker; zo klaar als een klontje; zonder twijfel; zonneklaar
maquinal automatisch; zelfwerkend machinaal; mechanisch; met machines
mecánico automatisch; machinaal; zelfwerkend machinaal; mechanisch; met machines; werktuigkundig; werktuiglijke
natural automatisch; vanzelfsprekend 'tuurlijk; aangeboren; allicht; bijgevolg; dus; eigen; in een handomdraai; logisch; moeiteloos; natuurlijk; ongecultiveerd; ongedwongen; ongekunsteld; onontgonnen; onontkomelijk; onvermengd; puur; uiteraard; van nature aanwezig; vanzelf; vanzelfsprekend; zeker; zonder moeite; zonder twijfel; zuiver
obvio automatisch; vanzelfsprekend 'tuurlijk; allicht; bijgevolg; blijkbaar; doorgrond; doorzien; duidelijk; dus; eenduidig; flagrant; helder; kenbaar; klaar als een klontje; klaarblijkelijk; logisch; natuurlijk; ondubbelzinnig; onmiskenbaar; onontkomelijk; overduidelijk; te kennen; uiteraard; vanzelfsprekend; zeker; zo klaar als een klontje; zonder twijfel; zonneklaar

Verwante woorden van "automatisch":

  • automatische

Wiktionary: automatisch

automatisch
adjective
  1. niet bestuurd door de hand van de mens
  2. vanzelfgaand
  3. gedachteloos

Cross Translation:
FromToVia
automatisch automático automatic — capable of operating without external control
automatisch automático automatic — describing a firearm which fires continuously
automatisch automáticamente automatically — In an automatic manner
automatisch automático automatique — physiologie|fr médecine|fr Qui s’exécuter sans la participation de la volonté.
automatisch automáticamente automatiquement — D’une manière automatique