Nederlands

Uitgebreide vertaling voor amuseren (Nederlands) in het Spaans

amuseren:

amuseren werkwoord (amuseer, amuseert, amuseerde, amuseerden, geamuseerd)

  1. amuseren (genot hebben van; genieten)

Conjugations for amuseren:

o.t.t.
  1. amuseer
  2. amuseert
  3. amuseert
  4. amuseren
  5. amuseren
  6. amuseren
o.v.t.
  1. amuseerde
  2. amuseerde
  3. amuseerde
  4. amuseerden
  5. amuseerden
  6. amuseerden
v.t.t.
  1. heb geamuseerd
  2. hebt geamuseerd
  3. heeft geamuseerd
  4. hebben geamuseerd
  5. hebben geamuseerd
  6. hebben geamuseerd
v.v.t.
  1. had geamuseerd
  2. had geamuseerd
  3. had geamuseerd
  4. hadden geamuseerd
  5. hadden geamuseerd
  6. hadden geamuseerd
o.t.t.t.
  1. zal amuseren
  2. zult amuseren
  3. zal amuseren
  4. zullen amuseren
  5. zullen amuseren
  6. zullen amuseren
o.v.t.t.
  1. zou amuseren
  2. zou amuseren
  3. zou amuseren
  4. zouden amuseren
  5. zouden amuseren
  6. zouden amuseren
diversen
  1. amuseer!
  2. amuseert!
  3. geamuseerd
  4. amuserende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

amuseren [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. amuseren (vermaken)
    el entretenimiento; la distracción
  2. amuseren
    el divertir

Vertaal Matrix voor amuseren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
distracción amuseren; vermaken achteloosheid; afleiding; afleidingsmanoeuvre; afwezigheid; amusement; distractie; gedachteloos zijn; gedachteloosheid; gesuf; nonchalance; onaandachtigheid; onnadenkendheid; onoplettendheid; speelkwartier; suffen; vermaak; vermakelijkheid; verpozing; verstrooidheid; verstrooiing; vertier; verzet; verzetje
divertir amuseren
entretenimiento amuseren; vermaken amusement; elektrische ontlading; entertainment; gesprek; interview; liefhebberij; onderhoud; ondersteuning; ontlading; samenspraak; speelkwartier; steun; support; tijdverdrijf; vermaak; vermakelijkheid; verstrooiing; vertier; vraaggesprek
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
comer con gusto amuseren; genieten; genot hebben van bikken; eten; lekker eten; naar binnen werken; savoureren; smikkelen; smullen; smullen van
deleitarse amuseren; genieten; genot hebben van aanstaan; believen; beroemen; goeddunken; lekker eten; roem dragen; savoureren; smikkelen; smullen
disfrutar amuseren; genieten; genot hebben van aanstaan; believen; goeddunken; laven; lekker eten; lenigen; lessen; savoureren; smikkelen; smullen; tegoed doen
disfrutar comiendo amuseren; genieten; genot hebben van bikken; eten; naar binnen werken; smullen; smullen van
divertir aanstaan; believen; bezig houden; goeddunken; iemand amuseren; vermaken
golosinear amuseren; genieten; genot hebben van lekker eten; savoureren; smikkelen; smullen; smullen van; snoepen
gozar amuseren; genieten; genot hebben van aanstaan; believen; goeddunken; lekker eten; savoureren; smikkelen; smullen
gustar amuseren; genieten; genot hebben van aanstaan; behagen; bekoren; believen; bevallen; conveniëren; gelieven; goeddunken; houden van; lekker vinden; lusten; plezieren; prettig vinden; proeven; smaken; voorproeven
paladear amuseren; genieten; genot hebben van
saborear amuseren; genieten; genot hebben van bikken; eten; naar binnen werken; smullen van

Wiktionary: amuseren

amuseren
verb
  1. op aangename wijze een indruk op iemand maken, iemand doen (glim)lachen
  2. zich ~ met genoegen scheppen in een activiteit

Cross Translation:
FromToVia
amuseren entretener; distraer amuse — to entertain or occupy in a pleasant manner
amuseren divertir amuse — to cause laughter
amuseren divertir; entretener entertain — to amuse
amuseren divertir; entretener amuserdivertir par des choses agréables.

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van amuseren