Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
alianza
|
alliantie; bond; bondgenootschap; verbond
|
akkoord; alliëren; associatie; band; binding; bond; bondgenootschap; broederschap; coalitie; coöperatie; federatie; genootschap; liga; pact; samenwerkingsverband; sociëteit; unie; verbond; verdrag; vereniging
|
concordia
|
alliantie; bond; bondgenootschap; verbond
|
eendracht; eendrachtigheid; eensgezindheid; harmonie; overeenstemming; saamhorigheid
|
empalme
|
alliantie; bond; bondgenootschap; verbond
|
aaneenkoppeling; aaneensluiting; aanhechting; aanvoeging; aftakking; bastaard; driesprong; hybride; knooppunt; koppeling; kruispunt; kruisverbinding; splitsing; spruitstuk; verbinding; verkeersknooppunt; vertakking; wegsplitsing
|
enlace
|
alliantie; bond; bondgenootschap; verbond
|
aaneenkoppeling; aaneensluiting; aaneenvoeging; aansluiting; affaire; akkoord; band; binding; bond; bondgenootschap; broederschap; connectie; contact; draai; federatie; gebondenheid; gegevensbinding; genootschap; het gebonden zijn; kink; knoop; koppeling; kronkel; liaison; liefdesrelatie; liga; link; lus; lusvormige kromming; onderling verband; pact; relatie; samenhang; samenvoeging; schakel; sociëteit; soos; unie; verband; verbinding; verbond; verdrag; vereniging; verhouding
|
liga
|
alliantie; bond; bondgenootschap; verbond
|
akkoord; alliage; alligatie; band; binding; bond; bondgenootschap; broederschap; federatie; genootschap; legering; liga; metaallegering; metaalmengsel; pact; sociëteit; sokophouder; unie; verbond; verdrag; vereniging; vrijbrief
|
pacto
|
alliantie; bond; bondgenootschap; verbond
|
afspraak; akkoord; band; binding; bond; bondgenootschap; contract; evenbeeld; federatie; handvest; liga; overeenkomst; pact; regeling; schikking; statuut; unie; verbond; verdrag; vrijbrief
|
relación
|
alliantie; bond; bondgenootschap; verbond
|
aansluiting; affaire; akkoord; avontuurtje; band; bericht; binding; bond; bondgenootschap; connectie; correlatie; federatie; gebondenheid; het gebonden zijn; liaison; liefdesbetrekking; liefdesrelatie; liga; link; onderling verband; pact; rapport; referaat; relatie; reportage; samenhang; schakel; slippertje; unie; verband; verbinding; verbond; verdrag; verhaal; verhouding; verkering; verslag; weergave
|
solidaridad
|
alliantie; bond; bondgenootschap; verbond
|
eendracht; eendrachtigheid; eensgezindheid; gemeenschapsbesef; gemeenschapsgeest; gemeenschapszin; harmonie; lotsverbondenheid; overeenstemming; saamhorigheidsgevoel; solidariteit; verbondenheid
|
unión
|
alliantie; bond; bondgenootschap; verbond
|
aansluiting; akkoord; ambachtsgilde; band; bijeenlegging; binding; bond; bondgenootschap; broederschap; club; connectie; coöperatie; federatie; gebondenheid; genootschap; gilde; het gebonden zijn; liaison; liga; link; optelsom; orde; organisatie; pact; relatie; samenhang; samenvoeging; samenwerkingsverband; societiet; sociëteit; soos; unie; vakgenootschap; verband; verbinding; verbindingsstuk; verbond; verdrag; vereniging
|