Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor afzwaaien (Nederlands) in het Spaans

afzwaaien:

afzwaaien werkwoord (zwaai af, zwaait af, zwaaide af, zwaaiden af, afgezwaaid)

  1. afzwaaien (demobiliseren)

Conjugations for afzwaaien:

o.t.t.
  1. zwaai af
  2. zwaait af
  3. zwaait af
  4. zwaaien af
  5. zwaaien af
  6. zwaaien af
o.v.t.
  1. zwaaide af
  2. zwaaide af
  3. zwaaide af
  4. zwaaiden af
  5. zwaaiden af
  6. zwaaiden af
v.t.t.
  1. ben afgezwaaid
  2. bent afgezwaaid
  3. is afgezwaaid
  4. zijn afgezwaaid
  5. zijn afgezwaaid
  6. zijn afgezwaaid
v.v.t.
  1. was afgezwaaid
  2. was afgezwaaid
  3. was afgezwaaid
  4. waren afgezwaaid
  5. waren afgezwaaid
  6. waren afgezwaaid
o.t.t.t.
  1. zal afzwaaien
  2. zult afzwaaien
  3. zal afzwaaien
  4. zullen afzwaaien
  5. zullen afzwaaien
  6. zullen afzwaaien
o.v.t.t.
  1. zou afzwaaien
  2. zou afzwaaien
  3. zou afzwaaien
  4. zouden afzwaaien
  5. zouden afzwaaien
  6. zouden afzwaaien
diversen
  1. zwaai af!
  2. zwaait af!
  3. afgezwaaid
  4. afzwaaiende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor afzwaaien:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
acabar la mili afzwaaien; demobiliseren
desmovilizar afzwaaien; demobiliseren
despedir de la mili afzwaaien; demobiliseren
salir de la mili afzwaaien; demobiliseren