Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. afschilferen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor afschilferen (Nederlands) in het Spaans

afschilferen:

afschilferen werkwoord (schilfer af, schilfert af, schilferde af, schilferden af, afgeschilferd)

  1. afschilferen (schilferen)

Conjugations for afschilferen:

o.t.t.
  1. schilfer af
  2. schilfert af
  3. schilfert af
  4. schilferen af
  5. schilferen af
  6. schilferen af
o.v.t.
  1. schilferde af
  2. schilferde af
  3. schilferde af
  4. schilferden af
  5. schilferden af
  6. schilferden af
v.t.t.
  1. ben afgeschilferd
  2. bent afgeschilferd
  3. is afgeschilferd
  4. zijn afgeschilferd
  5. zijn afgeschilferd
  6. zijn afgeschilferd
v.v.t.
  1. was afgeschilferd
  2. was afgeschilferd
  3. was afgeschilferd
  4. waren afgeschilferd
  5. waren afgeschilferd
  6. waren afgeschilferd
o.t.t.t.
  1. zal afschilferen
  2. zult afschilferen
  3. zal afschilferen
  4. zullen afschilferen
  5. zullen afschilferen
  6. zullen afschilferen
o.v.t.t.
  1. zou afschilferen
  2. zou afschilferen
  3. zou afschilferen
  4. zouden afschilferen
  5. zouden afschilferen
  6. zouden afschilferen
diversen
  1. schilfer af!
  2. schilfert af!
  3. afgeschilferd
  4. afschilferend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor afschilferen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
desconcharse schilferen
pelar doppen; pellen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
descamarse afschilferen; schilferen
descascarillarse afschilferen; schilferen
desconcharse afschilferen; schilferen afbladderen; bladderen
despellejarse afschilferen; schilferen vervellen
pelar afschilferen; schilferen aardappels schillen; doppen; jassen; ontvellen; pellen; schillen; stropen

Wiktionary: afschilferen

afschilferen
verb
  1. in schilfers er vanaf vallen

Cross Translation:
FromToVia
afschilferen descamar; descarapelar flake — to break or chip