Nederlands
Uitgebreide vertaling voor afgeslepen (Nederlands) in het Spaans
afgeslepen:
Vertaal Matrix voor afgeslepen:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
afilado | afgeslepen | achterbaks; adrem; arglistig; behendig; bekwaam; bijdehand; clever; doortrapt; gehaaid; gemeen; geniepig; gepolijst; geraffineerd; gescherpt; geslepen; gevat; gewiekst; gladgemaakt; gladgeslepen; gluiperig; handig; kien; kundig; leep; link; listig; loos; pienter; puntig; raak; scherp; scherp gepunt; scherpgerand; schrander; slim; slinks; sluw; snedig; snood; snugger; spits; stiekem; uitgekookt; uitgeslapen; vaardig; vlijmend; vlijmscherp; zoekgeraakt |
afslijpen:
-
afslijpen (erafslijpen)
-
afslijpen (erafslijpen)
Conjugations for afslijpen:
o.t.t.
- slijp af
- slijpt af
- slijpt af
- slijpen af
- slijpen af
- slijpen af
o.v.t.
- sleep af
- sleep af
- sleep af
- slepen af
- slepen af
- slepen af
v.t.t.
- heb afgeslepen
- hebt afgeslepen
- heeft afgeslepen
- hebben afgeslepen
- hebben afgeslepen
- hebben afgeslepen
v.v.t.
- had afgeslepen
- had afgeslepen
- had afgeslepen
- hadden afgeslepen
- hadden afgeslepen
- hadden afgeslepen
o.t.t.t.
- zal afslijpen
- zult afslijpen
- zal afslijpen
- zullen afslijpen
- zullen afslijpen
- zullen afslijpen
o.v.t.t.
- zou afslijpen
- zou afslijpen
- zou afslijpen
- zouden afslijpen
- zouden afslijpen
- zouden afslijpen
diversen
- slijp af!
- slijpt af!
- afgeslepen
- afslijpende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor afslijpen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
afilar | slijpen; wegslijpen | |
quitar afilando | slijpen; wegslijpen | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
afilar | afslijpen; erafslijpen | aandoen; aanmaken; aanslijpen; aanzetten; inschakelen; motiveren; scherpen; slijpen; spitsen; starten; wetten |
quitar afilando | afslijpen; erafslijpen |