Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. afbeuken:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor afbeuken (Nederlands) in het Spaans

afbeuken:

afbeuken [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. afbeuken
    el rechazar; el repeler
    • rechazar [el ~] zelfstandig naamwoord
    • repeler [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor afbeuken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
rechazar afbeuken afslaan; afwijzen; afwimpelen; terugwijzen; weigeren
repeler afbeuken
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
rechazar abstineren; achterhouden; afkeuren; afschepen; afslaan; afstemmen; afwijzen; afwimpelen; bedanken; behouden; declineren; ongeschikt verklaren; onthouden; opsturen; opzijleggen; posten; reserveren; sturen; teruggooien; terughouden; terugwerpen; toezenden; uitwerpen; vertikken; verwerpen; verzenden; wegdringen; wegdrukken; wegduwen; weghouden; wegschuiven; wegsturen; wegzenden; weigeren
repeler afkeuren; afstemmen; afwijzen; verwerpen; wegdringen; wegdrukken; wegduwen; wegschuiven