Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. aanzetsel:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor aanzetsel (Nederlands) in het Spaans

aanzetsel:

aanzetsel [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. aanzetsel (aanzetstuk; aanzetting)
    el añadido; la adición; la añadidura

Vertaal Matrix voor aanzetsel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
adición aanzetsel; aanzetstuk; aanzetting aanhangsel; aanvulling; addendum; appendix; bijmenging; bijtelling; bijvoeging; bijvoegsel; optelling; optelsom; samentelling; samenvoeging; som; supplement; toevoeging; toevoegsel; uitbreiding
añadido aanzetsel; aanzetstuk; aanzetting verlengstuk
añadidura aanzetsel; aanzetstuk; aanzetting bakstenen voegen; bijmenging; bijvoeging; bijvoegsel; toevoeging; voegen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
añadido ingesloten; inliggend; omsingeld