Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
chafallar
|
aanmodderen; prutsen; rommelen
|
aanrommelen; aanrotzooien; afbakenen; afpalen; afzetten; begrenzen; flodderen; knoeien; neppen; omlijnen; rotzooien; scharrelen
|
chapucear
|
aanmodderen; prutsen; rommelen
|
aanklooien; aanrommelen; aanrotzooien; afbakenen; afpalen; afzetten; begrenzen; broddelen; kladden; klooien; knoeien; modderen; morsen; neppen; omlijnen; prutsen; rotzooi maken; rotzooien; scharrelen; vlekken
|
farfullar
|
aanmodderen; prutsen; rommelen
|
aanrommelen; aanrotzooien; bazelen; broddelen; er slap bijhangen; frommelen; knoeien; lallen; mompelen; murmelen; murmeren; prutsen; raffelen; rotzooien; scharrelen; slap hangen; wauwelen
|
hacer mal
|
aanmodderen; prutsen; rommelen
|
aandoen; afbakenen; afpalen; afzetten; bedotten; begrenzen; belasteren; benadelen; broddelen; duperen; grieven; iets misdoen; kladden; knauwen; knoeien; krenken; kwaad doen; kwaadspreken; kwetsen; lasteren; misdragen; misdrijven; morsen; nadeel toebrengen; nadelig zijn; neppen; omlijnen; pijn bezorgen; pijn doen; prutsen; schade berokkenen; schade toebrengen aan; schaden; smaden; tillen; vlekken; zeer doen
|