Nederlands
Uitgebreide vertaling voor aangeschoten (Nederlands) in het Spaans
aangeschoten:
-
aangeschoten (getroffen)
-
aangeschoten (tipsy; beneveld; teut; beschonken)
borracho; achispado; bebido; emborrachado-
borracho bijvoeglijk naamwoord
-
achispado bijvoeglijk naamwoord
-
bebido bijvoeglijk naamwoord
-
emborrachado bijvoeglijk naamwoord
-
-
aangeschoten (beneveld; beschonken; dronken)
Vertaal Matrix voor aangeschoten:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
borracho | brasser; dronkaard; dronkelap; dronkeman; zatlap; zuiplap; zwelger | |
herido | gewonde | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
achispado | aangeschoten; beneveld; beschonken; dronken; teut; tipsy | |
bebido | aangeschoten; beneveld; beschonken; teut; tipsy | achterlijk; beschonken; bezopen; dronken; ladderzat; meer dan genoeg; toeter; zat; zwakzinnig |
borracho | aangeschoten; beneveld; beschonken; dronken; teut; tipsy | beschonken; bezopen; dronken; ladderzat; meer dan genoeg; toeter; zat |
emborrachado | aangeschoten; beneveld; beschonken; teut; tipsy | beschonken; bezopen; dronken; ladderzat; laveloos; meer dan genoeg; smoordronken; stomdronken; straalbezopen; zat |
herido | aangeschoten; getroffen | aangeslagen; gegriefd; gehavend; gekwetst; getroffen; gewond; onthutst; ontsteld; paf; perplex; pijnlijk getroffen |
lesionado | aangeschoten; getroffen | gekwetst; gewond |
Wiktionary: aangeschoten
aangeschoten
Cross Translation:
adjective
-
een beetje dronken
- aangeschoten → achispado
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• aangeschoten | → achispado | ↔ tipsy — slightly drunk |
• aangeschoten | → achispado | ↔ gris — Saoul |
aangeschoten vorm van aanschieten:
-
aanschieten
ponerse apresuradamente; vestirse con mucha prisa-
ponerse apresuradamente werkwoord
-
vestirse con mucha prisa werkwoord
-
Conjugations for aanschieten:
o.t.t.
- schiet aan
- schiet aan
- schiet aan
- schieten aan
- schieten aan
- schieten aan
o.v.t.
- schoot aan
- schoot aan
- schoot aan
- schoten aan
- schoten aan
- schoten aan
v.t.t.
- heb aangeschoten
- hebt aangeschoten
- heeft aangeschoten
- hebben aangeschoten
- hebben aangeschoten
- hebben aangeschoten
v.v.t.
- had aangeschoten
- had aangeschoten
- had aangeschoten
- hadden aangeschoten
- hadden aangeschoten
- hadden aangeschoten
o.t.t.t.
- zal aanschieten
- zult aanschieten
- zal aanschieten
- zullen aanschieten
- zullen aanschieten
- zullen aanschieten
o.v.t.t.
- zou aanschieten
- zou aanschieten
- zou aanschieten
- zouden aanschieten
- zouden aanschieten
- zouden aanschieten
diversen
- schiet aan!
- schiet aan!
- aangeschoten
- aanschietende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor aanschieten:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
ponerse apresuradamente | aanschieten | |
vestirse con mucha prisa | aanschieten |