Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor aandrang (Nederlands) in het Spaans

aandrang:

aandrang [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de aandrang (drang)
    el intento; el afán; el objetivo; la aspiración; la ambición
  2. de aandrang (neiging; drang; aandrift; impuls; drift)
    la ansia; el afán; el impulso; la necesidad
    • ansia [la ~] zelfstandig naamwoord
    • afán [el ~] zelfstandig naamwoord
    • impulso [el ~] zelfstandig naamwoord
    • necesidad [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor aandrang:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afán aandrang; aandrift; drang; drift; impuls; neiging aandrift; ambitie; begeerte; begeren; begerige ijver; drift; eerzucht; gauwigheid; gehaastheid; geploeter; gezwindheid; gezwoeg; graagte; gretigheid; haast; haastigheid; heftig verlangen; hevig verlangen; ijl; instinct; lust; noeste vlijt; overijling; rapheid; rapiditeit; schielijkheid; smachten; snelheid; spoed; tempo; vaart; verlangen; vlotheid; vlugheid; wens; wensen; zucht
ambición aandrang; drang ambitie; eerzucht; heerszucht; heerszuchtigheid; overheersingsdwang
ansia aandrang; aandrift; drang; drift; impuls; neiging begeerte; begeren; heftig verlangen; hevig verlangen; hunkeren; lust; smachten; verlangen; wens; wensen; zucht
aspiración aandrang; drang ambitie; eerzucht
impulso aandrang; aandrift; drang; drift; impuls; neiging aanmoediging; aansporing; aanzet; animering; drift; gevoel; hartstocht; impuls; initiatief; instinct; intuïtie; opwekking; passie; prikkel; stagnatie; stimulans; stimulering; stuwing; vuur
intento aandrang; drang inspanning; poging; probeersel
necesidad aandrang; aandrift; drang; drift; impuls; neiging behoefte; behoeftigheid; elementaire zaak; gebrek; gemis; hulpbehoevendheid; krapte; nood; noodwendigheid; noodzaak; schaarsheid; schaarste; tekort
objetivo aandrang; drang doel; doeleinde; doelschijf; doelstelling; einddoel; intentie; inzet; moedwil; oogmerk; opzet; plan; planning; streven; toeleg; voornemen; voorzetlens
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
objetivo koel; nuchter; objectief; onpartijdig; zakelijk

Wiktionary: aandrang

aandrang
noun
  1. het aandringen
  2. aansporing
  3. met klem, nadruk

Cross Translation:
FromToVia
aandrang ansia; impulso urge — a strong desire; an itch to do something
aandrang aliciente; impulso incitationaction d’inciter.

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van aandrang