Overzicht
Nederlands naar Spaans: Meer gegevens...
-
typisch:
- típico; característico; típico de; distintivo; descriptivo; particular; característico de; curioso; singular; peculiar; caracterizante; ajeno; raro; especialmente; desconocido; aparte; especifico; extraordinariamente; de una manera extraña; especial; diferente; extraordinario; sugestivo; extraño; extranjero; sorprendente; curiosamente; extravagante; exótico; antojadizo; cú-cú; Juan Lanas; loco; chiflado; perezoso; mudo; cucú; desconcertado; absurdo; cretino; chalado; desequilibrado; tonto; ganso; locamente; perturbado; loquillo; como loco; enmarañado; desordenado; necio; tontamente; con locura; loco de remate; caótico; descabellado; indolente; ofuscado; insano; obcecado; excéntrico
-
Wiktionary:
- typisch → típico, característico
- typisch → curioso, típico, interesante, singular
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor typisch (Nederlands) in het Spaans
typisch:
-
typisch (karakteristiek; kenmerkend; typerend; tekenend)
típico; característico; típico de; distintivo; descriptivo; particular; característico de; curioso; singular; peculiar; caracterizante-
típico bijvoeglijk naamwoord
-
característico bijvoeglijk naamwoord
-
típico de bijvoeglijk naamwoord
-
distintivo bijvoeglijk naamwoord
-
descriptivo bijvoeglijk naamwoord
-
particular bijvoeglijk naamwoord
-
característico de bijvoeglijk naamwoord
-
curioso bijvoeglijk naamwoord
-
singular bijvoeglijk naamwoord
-
peculiar bijvoeglijk naamwoord
-
caracterizante bijvoeglijk naamwoord
-
-
typisch (zonderling; excentriek; bijzonder; vreemd; apart; merkwaardig; buitenissig; ongewoon; bizar; curieus; eigenaardig)
ajeno; particular; raro; especialmente; típico; curioso; desconocido; aparte; singular; especifico; extraordinariamente; de una manera extraña; especial; diferente; peculiar; extraordinario; característico; sugestivo; extraño; extranjero; sorprendente; curiosamente; extravagante; exótico; antojadizo-
ajeno bijvoeglijk naamwoord
-
particular bijvoeglijk naamwoord
-
raro bijvoeglijk naamwoord
-
especialmente bijvoeglijk naamwoord
-
típico bijvoeglijk naamwoord
-
curioso bijvoeglijk naamwoord
-
desconocido bijvoeglijk naamwoord
-
aparte bijvoeglijk naamwoord
-
singular bijvoeglijk naamwoord
-
especifico bijvoeglijk naamwoord
-
extraordinariamente bijvoeglijk naamwoord
-
de una manera extraña bijvoeglijk naamwoord
-
especial bijvoeglijk naamwoord
-
diferente bijvoeglijk naamwoord
-
peculiar bijvoeglijk naamwoord
-
extraordinario bijvoeglijk naamwoord
-
característico bijvoeglijk naamwoord
-
sugestivo bijvoeglijk naamwoord
-
extraño bijvoeglijk naamwoord
-
extranjero bijvoeglijk naamwoord
-
sorprendente bijvoeglijk naamwoord
-
curiosamente bijvoeglijk naamwoord
-
extravagante bijvoeglijk naamwoord
-
exótico bijvoeglijk naamwoord
-
antojadizo bijvoeglijk naamwoord
-
-
typisch (maf; vreemd; eigenaardig; dwaas; gek; mal)
cú-cú; Juan Lanas; extraño; loco; chiflado; perezoso; mudo; cucú; desconcertado; absurdo; cretino; chalado; desequilibrado; tonto; raro; peculiar; ganso; locamente; perturbado; loquillo; como loco; enmarañado; curioso; típico; desordenado; necio; característico; tontamente; con locura; loco de remate; caótico; descabellado; indolente; ofuscado; insano; obcecado-
cú-cú bijvoeglijk naamwoord
-
Juan Lanas bijvoeglijk naamwoord
-
extraño bijvoeglijk naamwoord
-
loco bijvoeglijk naamwoord
-
chiflado bijvoeglijk naamwoord
-
perezoso bijvoeglijk naamwoord
-
mudo bijvoeglijk naamwoord
-
cucú bijvoeglijk naamwoord
-
desconcertado bijvoeglijk naamwoord
-
absurdo bijvoeglijk naamwoord
-
cretino bijvoeglijk naamwoord
-
chalado bijvoeglijk naamwoord
-
desequilibrado bijvoeglijk naamwoord
-
tonto bijvoeglijk naamwoord
-
raro bijvoeglijk naamwoord
-
peculiar bijvoeglijk naamwoord
-
ganso bijvoeglijk naamwoord
-
locamente bijvoeglijk naamwoord
-
perturbado bijvoeglijk naamwoord
-
loquillo bijvoeglijk naamwoord
-
como loco bijvoeglijk naamwoord
-
enmarañado bijvoeglijk naamwoord
-
curioso bijvoeglijk naamwoord
-
típico bijvoeglijk naamwoord
-
desordenado bijvoeglijk naamwoord
-
necio bijvoeglijk naamwoord
-
característico bijvoeglijk naamwoord
-
tontamente bijvoeglijk naamwoord
-
con locura bijvoeglijk naamwoord
-
loco de remate bijvoeglijk naamwoord
-
caótico bijvoeglijk naamwoord
-
descabellado bijvoeglijk naamwoord
-
indolente bijvoeglijk naamwoord
-
ofuscado bijvoeglijk naamwoord
-
insano bijvoeglijk naamwoord
-
obcecado bijvoeglijk naamwoord
-
-
typisch (excentriek; vreemd; apart; buitenissig; extravagant)
excéntrico-
excéntrico bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor typisch:
Verwante woorden van "typisch":
Synoniemen voor "typisch":
Antoniemen van "typisch":
Verwante definities voor "typisch":
Wiktionary: typisch
typisch
Cross Translation:
adjective
-
kenmerkend
- typisch → típico; característico
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• typisch | → curioso | ↔ quaint — interestingly strange |
• typisch | → típico | ↔ typical — Capturing the overall sense of a thing |
• typisch | → interesante | ↔ intéressant — Qui intéresser ; qui suscite l’intérêt. |
• typisch | → típico | ↔ représentatif — Qui représenter. |
• typisch | → singular | ↔ singulier — Qui est différent ou particulier, qui ne ressembler pas aux autres. |