Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. ober:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ober (Nederlands) in het Spaans

ober:

ober [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de ober (tafelbediende; kelner)
    el camarero; el mozo
    • camarero [el ~] zelfstandig naamwoord
    • mozo [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor ober:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
camarero kelner; ober; tafelbediende barkeeper; scheepssteward
mozo kelner; ober; tafelbediende boodschappenjongen; herdersjongen; huisbediende; huisjongen; iemand die stage loopt; jongmaatje; knechtje; koerier; loopjongen; stagiair

Verwante woorden van "ober":


Synoniemen voor "ober":


Verwante definities voor "ober":

  1. wie in een café klanten helpt1
    • ober, mag ik nog een koffie?1

Wiktionary: ober

ober
noun
  1. een bediende in een restaurant of café