Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. fagot:
  2. Wiktionary:
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. fagot:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor fagot (Nederlands) in het Spaans

fagot:

fagot [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de fagot
    el fagot
    • fagot [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor fagot:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fagot fagot

Verwante woorden van "fagot":

  • fagotten

Wiktionary: fagot

fagot
noun
  1. (muziekinstrument) een houten blaasinstrument met dubbelriet

Cross Translation:
FromToVia
fagot fagot; bajón bassoon — musical instrument in the woodwind family
fagot fagot FagottMusik: Holzblasinstrument mit Doppelrohrblatt
fagot fagot bassoninstrument de musique à vent qui, dans les orchestres, sert à exécuter des parties de basse.



Spaans

Uitgebreide vertaling voor fagot (Spaans) in het Nederlands

fagot:

fagot [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el fagot
    de fagot
    • fagot [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor fagot:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fagot fagot

Verwante woorden van "fagot":

  • fagots

Synoniemen voor "fagot":


Wiktionary: fagot

fagot
noun
  1. (muziekinstrument) een houten blaasinstrument met dubbelriet
  2. muziek|nld iemand die de fagot bespeelt

Cross Translation:
FromToVia
fagot fagot bassoon — musical instrument in the woodwind family
fagot fagot FagottMusik: Holzblasinstrument mit Doppelrohrblatt
fagot fagot; fagottist bassoninstrument de musique à vent qui, dans les orchestres, sert à exécuter des parties de basse.