Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
cabecera
|
bewustzijn; brein; inzicht; rede; verstand
|
aanhef; aanvoerder; aanvoerster; harses; hoofd; hoofdeinde; hoofdman; hopman; leider; leidster; leidsvrouw; titel; voorvrouw
|
cabeza
|
bewustzijn; brein; inzicht; rede; verstand
|
aanhef; baas; bol; chef; harses; hoofd; hoofd van een mens; titel; voorman; werkbaas
|
comprensión
|
bewustzijn; brein; inzicht; rede; verstand
|
beschouwing; doorzicht; inzicht; verstandhouding; visie
|
conciencia
|
benul; besef; bewustzijn; notie
|
geweten
|
encabezamiento
|
bewustzijn; brein; inzicht; rede; verstand
|
harses; hopman; inleiding; introductie; kop; krantenkop; lezing; proloog; rede; redevoering; speech; spreekbeurt; toespraak; voorbericht; voordracht; voorwoord
|
entendimiento
|
bewustzijn; brein; inzicht; rede; verstand
|
beschouwing; brein; brille; denkvermogen; doorzicht; geest; genie; hersens; intellect; intelligentie; inzicht; overeenstemming; samenspel; vernuft; verstaanbaarheid; verstand; visie
|
esclarecimiento
|
bewustzijn; brein; inzicht; rede; verstand
|
informatie; kennisoverdracht; opheldering; toelichting; uiteenzetting; uitleg; verduidelijking; verheldering; verklaring
|
idea
|
benul; besef; bewustzijn; notie
|
bedoeling; beduidenis; beduiding; begrip; benul; betekenis; denkbeeld; doorzicht; fantasie; gedachte; gezichtspunt; gezindheid; idee; intelligentie; interpretatie; inzicht; lezing; mening; mentale voorstelling; oordeel; opinie; opvatting; overtuiging; overval; pienterheid; schranderheid; slimheid; standpunt; vaststaande mening; verbeelding; visie; zienswijze
|
inteligencia
|
bewustzijn; brein; inzicht; rede; verstand
|
aard; adremheid; bij de pinken zijn; bijdehandheid; brein; denkvermogen; geaardheid; geest; geestvermogen; gevatheid; goochemheid; hersens; inborst; intellect; intelligentie; karakter; kop; krantenkop; pienterheid; rede; schranderheid; slimheid; snedigheid; uitgeslapenheid; vernuft; verstand; verstandelijk vermogen
|
noción
|
benul; besef; bewustzijn; brein; inzicht; notie; rede; verstand
|
begrip; benul; brein; conceptie; denkbeeld; doorzicht; gedachte; gezindheid; hersens; idee; intelligentie; inzicht; mening; mentale voorstelling; naam; notie; opinie; overtuiging; sjoege; term; vaststaande mening; verstand
|
opinión
|
bewustzijn; brein; inzicht; rede; verstand
|
aanhaling; adviesraad; articulatie; begrip; benul; beschouwing; citaat; denkbeeld; doorzicht; dunk; ellips; gedachte; gezichtspunt; gezindheid; het uitspreken; idee; interpretatie; inzicht; kijk; lezing; mening; meningsuiting; mentale voorstelling; oordeel; oordeelvelling; opinie; opvatting; overtuiging; quote; raad; standpunt; uitlating; uitspraak; vaststaande mening; visie; vonnis; zienswijze
|
perspicacia
|
bewustzijn; brein; inzicht; rede; verstand
|
adremheid; bij de pinken zijn; bijdehandheid; brein; doorzicht; geraffineerdheid; gevatheid; goed werkend oog; hersens; intelligentie; inzicht; leepheid; pienterheid; raffinement; scherpheid; scherpte; scherpziendheid; scherpzinnigheid; schranderheid; slimheid; snedigheid; spitsheid; spitsvondigheid; verstand
|
razón
|
bewustzijn; brein; inzicht; rede; verstand
|
aanleiding; basis; basislijn; beginsel; beweegreden; billijkheid; brein; denkvermogen; drijfveer; fundament; fundering; geest; gerechtigheid; grondgedachte; grondlijn; grondslag; grondstelling; hersens; inleiding; introductie; liaison; liefdesbetrekking; liefdesrelatie; motief; motivatie; oorzaak; principe; proloog; recht; redelijkheid; reden; relatie; schappelijkheid; uitgangspunt; uitgangsvorm; verhouding; verkering; vernuft; veronderstelling; veroorzaking; verstand; vertrekpunt; voorbericht; voorwoord
|