Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. samenvatten:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor samenvatten (Nederlands) in het Spaans

samenvatten:

samenvatten werkwoord (vat samen, vatde samen, vatden samen, samengevat)

  1. samenvatten (kort weergeven)
    resumir
  2. samenvatten (kort samenvatten; recapituleren)
    resumir; recapitular; sintetizar; abreviar; compendiar
  3. samenvatten (een uittreksel maken; excerperen)

Conjugations for samenvatten:

o.t.t.
  1. vat samen
  2. vat samen
  3. vat samen
  4. vatten samen
  5. vatten samen
  6. vatten samen
o.v.t.
  1. vatde samen
  2. vatde samen
  3. vatde samen
  4. vatden samen
  5. vatden samen
  6. vatden samen
v.t.t.
  1. heb samengevat
  2. hebt samengevat
  3. heeft samengevat
  4. hebben samengevat
  5. hebben samengevat
  6. hebben samengevat
v.v.t.
  1. had samengevat
  2. had samengevat
  3. had samengevat
  4. hadden samengevat
  5. hadden samengevat
  6. hadden samengevat
o.t.t.t.
  1. zal samenvatten
  2. zult samenvatten
  3. zal samenvatten
  4. zullen samenvatten
  5. zullen samenvatten
  6. zullen samenvatten
o.v.t.t.
  1. zou samenvatten
  2. zou samenvatten
  3. zou samenvatten
  4. zouden samenvatten
  5. zouden samenvatten
  6. zouden samenvatten
en verder
  1. ben samengevat
  2. bent samengevat
  3. is samengevat
  4. zijn samengevat
  5. zijn samengevat
  6. zijn samengevat
diversen
  1. vat samen!
  2. vat samen!
  3. samengevat
  4. samenvattend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor samenvatten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
abreviar afkorten; bekorten; inkorten; korter maken; verkorten
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
abreviar kort samenvatten; recapituleren; samenvatten achteruitgaan; afkorten; afnemen; bekorten; declineren; inkorten; korten; korter maken; lager maken; minder worden; verkorten; verlagen
compendiar kort samenvatten; recapituleren; samenvatten bedenken; fantaseren; uitdenken; verdichten; verzinnen; voorwenden
hacer un resumen een uittreksel maken; excerperen; samenvatten
recapitular kort samenvatten; recapituleren; samenvatten extraheren; resumeren
resumir een uittreksel maken; excerperen; kort samenvatten; kort weergeven; recapituleren; samenvatten extraheren; loskrijgen; losmaken; lostornen; resumeren; samenvouwen; tornen; uithalen; uittrekken
sintetizar kort samenvatten; recapituleren; samenvatten extraheren

Wiktionary: samenvatten


Cross Translation:
FromToVia
samenvatten resumir summarize — To prepare a summary
samenvatten resumir; abreviar; acortar abrégerrendre plus court.
samenvatten resumir résumerresserrer et rendre en peu de paroles ce qu’il y a de plus important dans une discussion, dans un discours, dans un argument.

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van samenvatten