Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Spaans ->Zoek: zomaar

Nederlandse en Spaanse zoekresultaten voor: zomaar

Overzicht

Nederlands naar Spaans: Meer gegevens...

zomaar:
- sin razón; sin más; porque sí; irreflexivo; sin pensar
zo maar:
- sin razón; sin más; porque sí
Wiktionary:
- zomaar → sencillamente

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor zomaar (Nederlands) in het Spaans

zomaar:

zomaar bijwoord

zomaar (zo maar; gewoonweg)
sin razón; sin más; porque sí
- sin razón bijvoeglijk naamwoord
- sin más bijvoeglijk naamwoord
- porque sí bijvoeglijk naamwoord
zomaar (zonder bedenken of overwegen; klakkeloos)
irreflexivo; sin pensar
- irreflexivo bijvoeglijk naamwoord
- sin pensar bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor zomaar:

Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
irreflexivo	klakkeloos; zomaar; zonder bedenken of overwegen	achteloos; gedachteloos; lichthoofdig; lichtvaardig; lichtzinnig; onbedachtzaam; onberaden; onbesuisd; onbezonnen; ondoordacht; onnadenkend; onoverdacht; ontoerekeningsvatbaar; onverantwoord; onvoorzichtig; onwillekeurig; overhaast; overijld; roekeloos; voorbarig; werktuiglijk; zonder erbij na te denken
porque sí	gewoonweg; zo maar; zomaar
sin más	gewoonweg; zo maar; zomaar	alledaags; doodgewoon; eenvoudig; gangbaar; gebruikelijk; gemeen; gewoon; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; niets bijzonders; normaal; onedel; ordinair; zonder meer; zondermeer
sin pensar	klakkeloos; zomaar; zonder bedenken of overwegen	ongefundeerd; ongegrond; ongemotiveerd; zonder grond
sin razón	gewoonweg; zo maar; zomaar

Wiktionary: zomaar

zomaar

adverb

op willekeurige wijze, zonder nadenken of voorbereiden
- zomaar → sencillamente

zo maar:

zo maar bijvoeglijk naamwoord

zo maar (zomaar; gewoonweg)
sin razón; sin más; porque sí
- sin razón bijvoeglijk naamwoord
- sin más bijvoeglijk naamwoord
- porque sí bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor zo maar:

Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
porque sí	gewoonweg; zo maar; zomaar
sin más	gewoonweg; zo maar; zomaar	alledaags; doodgewoon; eenvoudig; gangbaar; gebruikelijk; gemeen; gewoon; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; niets bijzonders; normaal; onedel; ordinair; zonder meer; zondermeer
sin razón	gewoonweg; zo maar; zomaar