Overzicht
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor streep (Nederlands) in het Spaans
streep:
Vertaal Matrix voor streep:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
línea | lijn; linie; streep | aansluiting; band; connectie; gelid; gezichtsrimpel; haal; kras; liaison; lijn; lijntje; link; pennekras; regel; relatie; rij; rimpel; samenhang; schriftlijn; streepje; verband; verbinding |
raya | lijn; linie; streep | afscheiding; band; beschot; boekdeel; chocolade; chocoladereep; deel; gelid; geluidsniveau; gezichtsrimpel; haal; haarband; haarlint; hek; hekwerk; kras; lint; pennekras; reep; rij; rimpel; rog; schot; tussenmuur; tussenmuurtje; tussenschot; volume |
- | lijn |
Verwante woorden van "streep":
Synoniemen voor "streep":
Verwante definities voor "streep":
streep vorm van strepen:
-
strepen (strepen trekken)
trazar rayas-
trazar rayas werkwoord
-
Conjugations for strepen:
o.t.t.
- streep
- streept
- streept
- strepen
- strepen
- strepen
o.v.t.
- streepte
- streepte
- streepte
- streepten
- streepten
- streepten
v.t.t.
- ben getreept
- bent getreept
- is getreept
- zijn getreept
- zijn getreept
- zijn getreept
v.v.t.
- was getreept
- was getreept
- was getreept
- waren getreept
- waren getreept
- waren getreept
o.t.t.t.
- zal strepen
- zult strepen
- zal strepen
- zullen strepen
- zullen strepen
- zullen strepen
o.v.t.t.
- zou strepen
- zou strepen
- zou strepen
- zouden strepen
- zouden strepen
- zouden strepen
diversen
- streep!
- streept!
- getreept
- strepend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor strepen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
rayos | strepen | bliksems; bliksemslagen; stralen; weerlichten |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
trazar rayas | strepen; strepen trekken | arceren; belijnen; liniëren; van lijnen voorzien |