Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. scheut:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor scheut (Nederlands) in het Spaans

scheut:

scheut [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de scheut (stekje; spruit; loot)
    el brote; el vástago
    • brote [el ~] zelfstandig naamwoord
    • vástago [el ~] zelfstandig naamwoord
  2. de scheut (plantestekje; spruit; jonge plant; schoot; stek)
    la cepa; el esqueje; el mugrón; el brote
    • cepa [la ~] zelfstandig naamwoord
    • esqueje [el ~] zelfstandig naamwoord
    • mugrón [el ~] zelfstandig naamwoord
    • brote [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor scheut:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
brote jonge plant; loot; plantestekje; scheut; schoot; spruit; stek; stekje opwellen; rank; uitloper
cepa jonge plant; plantestekje; scheut; schoot; spruit; stek boomstronk; heetbloedigheid; stobbe; stronk; volbloedigheid
esqueje jonge plant; plantestekje; scheut; schoot; spruit; stek stekkie
mugrón jonge plant; plantestekje; scheut; schoot; spruit; stek
vástago loot; scheut; spruit; stekje lid; lul; penis; piemel; pik; roede

Verwante woorden van "scheut":


Wiktionary: scheut


Cross Translation:
FromToVia
scheut vástago; púa; hijuelo scion — (detached) shoot or twig
scheut retoño; vástago; pimpollo shoot — emerging stem and embryonic leaves of a new plant
scheut brote; retoño sprout — new growth on a plant
scheut tanto tad — a little bit

Computer vertaling door derden: