Nederlands

Uitgebreide vertaling voor zogen (Nederlands) in het Spaans

zogen:

zogen werkwoord (zoog, zoogt, zoogde, zoogden, gezoogd)

  1. zogen (borstvoeding geven; de borst geven)
    mamar; nutrir; dar de mamar; alimentar; criar; amamantar; lactar
  2. zogen (een baby zogen)

Conjugations for zogen:

o.t.t.
  1. zoog
  2. zoogt
  3. zoogt
  4. zogen
  5. zogen
  6. zogen
o.v.t.
  1. zoogde
  2. zoogde
  3. zoogde
  4. zoogden
  5. zoogden
  6. zoogden
v.t.t.
  1. heb gezoogd
  2. hebt gezoogd
  3. heeft gezoogd
  4. hebben gezoogd
  5. hebben gezoogd
  6. hebben gezoogd
v.v.t.
  1. had gezoogd
  2. had gezoogd
  3. had gezoogd
  4. hadden gezoogd
  5. hadden gezoogd
  6. hadden gezoogd
o.t.t.t.
  1. zal zogen
  2. zult zogen
  3. zal zogen
  4. zullen zogen
  5. zullen zogen
  6. zullen zogen
o.v.t.t.
  1. zou zogen
  2. zou zogen
  3. zou zogen
  4. zouden zogen
  5. zouden zogen
  6. zouden zogen
diversen
  1. zoog!
  2. zoogt!
  3. gezoogd
  4. zogend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor zogen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
alimentar borstvoeding geven; de borst geven; zogen spijzen; voeden; voedsel geven
amamantar borstvoeding geven; de borst geven; een baby zogen; zogen
amamantar a un bebé een baby zogen; zogen
criar borstvoeding geven; de borst geven; een baby zogen; zogen aankweken; aanplanten; fokken; genereren; grootbrengen; kweken; opkweken; opvoeden; planten; procreëren; telen; verbouwen; voortbrengen; vormen
dar de mamar borstvoeding geven; de borst geven; een baby zogen; zogen
dar el pecho een baby zogen; zogen
lactar borstvoeding geven; de borst geven; zogen
mamar borstvoeding geven; de borst geven; zogen lurken; sabbelen; zuigen
nutrir borstvoeding geven; de borst geven; zogen eten geven; spijzigen; te eten geven; voeden; voederen; voeren

Wiktionary: zogen

zogen
verb
  1. het te drinken geven van moedermelk

Cross Translation:
FromToVia
zogen dar el pecho; lactar; dar de mamar; dar teta breastfeed — feed a baby milk via the breasts
zogen amamantar; dar el pecho allaiternourrir de son lait.

zuigen:

zuigen werkwoord (zuig, zuigt, zoog, zogen, gezogen)

  1. zuigen (lurken; sabbelen)
  2. zuigen (lurken; slurpen)
    chupar; aspirar; sorber
  3. zuigen (fellatio doen; pijpen; afzuigen)
    chupetear; chuparsela

Conjugations for zuigen:

o.t.t.
  1. zuig
  2. zuigt
  3. zuigt
  4. zuigen
  5. zuigen
  6. zuigen
o.v.t.
  1. zoog
  2. zoog
  3. zoog
  4. zogen
  5. zogen
  6. zogen
v.t.t.
  1. heb gezogen
  2. hebt gezogen
  3. heeft gezogen
  4. hebben gezogen
  5. hebben gezogen
  6. hebben gezogen
v.v.t.
  1. had gezogen
  2. had gezogen
  3. had gezogen
  4. hadden gezogen
  5. hadden gezogen
  6. hadden gezogen
o.t.t.t.
  1. zal zuigen
  2. zult zuigen
  3. zal zuigen
  4. zullen zuigen
  5. zullen zuigen
  6. zullen zuigen
o.v.t.t.
  1. zou zuigen
  2. zou zuigen
  3. zou zuigen
  4. zouden zuigen
  5. zouden zuigen
  6. zouden zuigen
diversen
  1. zuig!
  2. zuigt!
  3. gezogen
  4. zuigend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor zuigen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aspirar opsnuiven
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aspirar lurken; slurpen; zuigen aansturen op; doel beogen; iets ophalen; ijveren; stofzuigen; streven; viseren
chupar lurken; sabbelen; slurpen; zuigen inzuigen; leegzuigen; naar binnen zuigen; uitzuigen
chuparsela afzuigen; fellatio doen; pijpen; zuigen
chupetear afzuigen; fellatio doen; lurken; pijpen; sabbelen; zuigen
mamar lurken; sabbelen; zuigen borstvoeding geven; de borst geven; zogen
sorber lurken; sabbelen; slurpen; zuigen absorberen; afzuigen; leegslurpen; opnemen; opslorpen; opslurpen; opzuigen; wegzuigen
sorber completamente lurken; sabbelen; zuigen
sorber ruidosamente lurken; sabbelen; zuigen absorberen; leegslurpen; opnemen; opslobberen; opslorpen; opslurpen; slobberen
succionar completamente lurken; sabbelen; zuigen

Verwante definities voor "zuigen":

  1. het eruit halen door het met je adem naar binnen te halen1
    • hij zuigt aan het rietje1
  2. naar binnen verplaatsen met lucht1
    • de machine zuigt het water naar boven1

Wiktionary: zuigen

zuigen
verb
  1. een verlaagde druk aanleggen met de mond of met een apparaat

Cross Translation:
FromToVia
zuigen succionar saugen — etwas mit Hilfe von Unterdruck an sich heran befördern
zuigen succionar saugenetwas mit Hilfe von Unterdruck in sich hinein befördern
zuigen chupar; sorber suck — to use the mouth to pull in (liquid etc)

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van zogen