Overzicht
Nederlands naar Spaans: Meer gegevens...
- ruilen:
- ruil:
-
Wiktionary:
- ruilen → trocar, cambiar, intercambiar, permutar
- ruil → trueque
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor ruilen (Nederlands) in het Spaans
ruilen:
-
ruilen (omruilen; wisselen; omwisselen; verwisselen)
-
ruilen (inwisselen; omwisselen; wisselen; verwisselen; verruilen; omruilen)
-
ruilen (uitwisselen; verruilen)
intercambiar-
intercambiar werkwoord
-
-
ruilen
Conjugations for ruilen:
o.t.t.
- ruil
- ruilt
- ruilt
- ruilen
- ruilen
- ruilen
o.v.t.
- ruilde
- ruilde
- ruilde
- ruilden
- ruilden
- ruilden
v.t.t.
- heb geruild
- hebt geruild
- heeft geruild
- hebben geruild
- hebben geruild
- hebben geruild
v.v.t.
- had geruild
- had geruild
- had geruild
- hadden geruild
- hadden geruild
- hadden geruild
o.t.t.t.
- zal ruilen
- zult ruilen
- zal ruilen
- zullen ruilen
- zullen ruilen
- zullen ruilen
o.v.t.t.
- zou ruilen
- zou ruilen
- zou ruilen
- zouden ruilen
- zouden ruilen
- zouden ruilen
en verder
- is geruild
- zijn geruild
diversen
- ruil!
- ruilt!
- geruild
- ruilend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
het ruilen
Vertaal Matrix voor ruilen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
canje | ruilen | inruilobject; ruilhandel; ruilverkeer |
intercambio | ruilen | inruil; omruil; omruiling; omwisseling; ruil; ruiling; ruiltransactie; uitwisseling |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
cambiar | inwisselen; omruilen; omwisselen; ruilen; verruilen; verwisselen; wisselen | Wisselen; aflossen; afwisselen; amenderen; converteren; fluctueren; hernieuwen; herstellen; herzien; iets omdraaien; inruilen; kenteren; modificeren; omkeren; omwerken; omwisselen; omzetten; omzwaaien; overstappen; remplaceren; renoveren; restaureren; variëren; veranderen; verbeteren; vernieuwen; vervangen; verwisselen; wijzigen; wisselen |
canjear | inwisselen; omruilen; omwisselen; ruilen; verruilen; verwisselen; wisselen | |
intercambiar | ruilen; uitwisselen; verruilen | fluctueren; met elkaar verwarren; omwisselen; variëren; verwisselen; wisselen |
trocar | ruilen |
Verwante woorden van "ruilen":
Wiktionary: ruilen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• ruilen | → trocar | ↔ barter — exchange goods or services without involving money |
• ruilen | → cambiar | ↔ exchange — To replace with a similar item |
• ruilen | → trocar | ↔ troak — exchange goods or services without involving money |
• ruilen | → trocar | ↔ troquer — Échanger de biens sans contrepartie en argent (1): |
• ruilen | → intercambiar; trocar; permutar | ↔ échanger — donner une chose contre une autre. |
ruilen vorm van ruil:
-
de ruil (inruil)
el cambio; el regateo; la permutación; el contrato de canje; el intercambio; el trueque; el trapicheo; el contrato de cambio -
de ruil (omruil; uitwisseling; omwisseling; omruiling; ruiltransactie; ruiling)