Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bordes (Nederlands) in het Spaans

bordes:

bordes [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het bordes
    la escalera de entrada

Vertaal Matrix voor bordes:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
escalera de entrada bordes

Verwante woorden van "bordes":

  • bordessen

Wiktionary: bordes


Cross Translation:
FromToVia
bordes meseta; rellano palier — Plate-forme au niveau des étages dans un escalier.



Spaans

Uitgebreide vertaling voor bordes (Spaans) in het Nederlands

bordes:

bordes [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el bordes (márgenes; lados)
    de marges; de kanten
    • marges [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • kanten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
  2. el bordes (marcos)
    de kanten; de randen; de richels
    • kanten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • randen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • richels [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
  3. el bordes (marcos)
    de velgen
    • velgen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
  4. el bordes
    de kantjes
    • kantjes [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
  5. el bordes
    de zomen
    • zomen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Vertaal Matrix voor bordes:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kanten bordes; lados; marcos; márgenes
kantjes bordes
marges bordes; lados; márgenes
randen bordes; marcos
richels bordes; marcos
velgen bordes; marcos
zomen bordes
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
zomen dobladillar; hacer un dobladillo
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kanten de encaje

Verwante woorden van "bordes":


bordes vorm van borde:

borde [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el borde (lateral; costado)
    de kant; de rand; de zijkant
    • kant [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • rand [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • zijkant [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. el borde
    de waterkant; de wal
    • waterkant [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • wal [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. el borde
    het randje
    • randje [het ~] zelfstandig naamwoord
  4. el borde (encuadramiento)
    het kader; de rand; omranding
    • kader [het ~] zelfstandig naamwoord
    • rand [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • omranding [znw.] zelfstandig naamwoord
    de lijst
    – rand 1
    • lijst [de ~] zelfstandig naamwoord
      • om dit schilderij zit een mooie lijst1
  5. el borde (lado; costado; flanco; lateral)
    de zijde; de zijkant; de flank
    • zijde [de ~] zelfstandig naamwoord
    • zijkant [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • flank [de ~] zelfstandig naamwoord
  6. el borde (cabeza de lista; cama abatible; orilla; almena)
    de schilderijlijst
    de lijst
    – rand 1
    • lijst [de ~] zelfstandig naamwoord
      • om dit schilderij zit een mooie lijst1
  7. el borde (lado; costado; orilla; margen)
    de zijde; de kant; de zij
    • zijde [de ~] zelfstandig naamwoord
    • kant [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • zij [de ~] zelfstandig naamwoord
  8. el borde (marco)
    de omtrek; de vorm
    • omtrek [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • vorm [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  9. el borde (marco; cordón; paramento)
    de omzoming; oplegsel; het passement; de galon; het boordsel
    • omzoming [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • oplegsel [znw.] zelfstandig naamwoord
    • passement [het ~] zelfstandig naamwoord
    • galon [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • boordsel [het ~] zelfstandig naamwoord
  10. el borde (cuello)
    de kraag; de boord; halskraag
    • kraag [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • boord [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • halskraag [znw.] zelfstandig naamwoord
  11. el borde (ruta; dirección; viaje circular; punta; junta directiva)
    de route; de koers
    • route [de ~] zelfstandig naamwoord
    • koers [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  12. el borde (flanco; lado; orilla)
    de flank; zijde van een schip
  13. el borde (banda; parte; neumático; )
    de band; het volume; het boekdeel; het deel
    • band [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • volume [het ~] zelfstandig naamwoord
    • boekdeel [het ~] zelfstandig naamwoord
    • deel [het ~] zelfstandig naamwoord
  14. el borde (barra; intensidad sonora; baranda; )
    het geluidsniveau; het volume
  15. el borde (banda; cinta; franja; )
    het lint; het haarlint; de haarband
    • lint [het ~] zelfstandig naamwoord
    • haarlint [het ~] zelfstandig naamwoord
    • haarband [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  16. el borde (costado; encaje; almena; flanco)
    vleugel van een gebouw
  17. el borde (margen; linde; almena; )
    de rand; de zoom
    • rand [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • zoom [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  18. el borde (lista de la tertulia)
    de gootlijst; kranslijst

borde

  1. borde
    de rand
    • rand [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor borde:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
band banda; baranda; barra; borde; cinta; coacción; compresión; edición; empuje; encuadernación; era; franja; intensidad del sonido; intensidad sonora; lazo; neumático; parte; porción; presión; raya; tabla; tablón; tamaño; tira; tirada; tomo; volumen; volumen del sonido; vínculo acuerdo; afinidad; alianza; celo; cinta; cinta adhesiva; coherencia; combinación; compuesto; comunicación; conexión; confederación; contexto; cooperación; enlace; federación; fixo; interdepencia; interrelación; libro; liga; línea; negociación; nexo; pacto; parentesco; relación; similitud; tomo; tratado; unión
boekdeel banda; baranda; barra; borde; cinta; coacción; compresión; edición; empuje; encuadernación; era; franja; intensidad del sonido; intensidad sonora; lazo; neumático; parte; porción; presión; raya; tabla; tablón; tamaño; tira; tirada; tomo; volumen; volumen del sonido; vínculo
boord borde; cuello cubierta
boordsel borde; cordón; marco; paramento
deel banda; baranda; barra; borde; cinta; coacción; compresión; edición; empuje; encuadernación; era; franja; intensidad del sonido; intensidad sonora; lazo; neumático; parte; porción; presión; raya; tabla; tablón; tamaño; tira; tirada; tomo; volumen; volumen del sonido; vínculo bienes hereditarios; componente fundamental; elemento básico; era; estatura; fracción; fractura; fragmento; herencia; lote; parte; pedazo; pieza; pieza hereditaria; porción; quebrado; quebradura; ración; rotura; ruptura; sección; trozo
flank borde; costado; flanco; lado; lateral; orilla
galon borde; cordón; marco; paramento galón; pasamano
geluidsniveau banda; baranda; barra; borde; cinta; coacción; compresión; edición; empuje; encuadernación; era; franja; intensidad del sonido; intensidad sonora; lazo; neumático; parte; porción; presión; raya; tabla; tablón; tamaño; tira; tirada; tomo; volumen; volumen del sonido; vínculo nivel sonoro
gootlijst borde; lista de la tertulia
haarband aro; banda; borde; cinta; cinta para el pelo; diadema; franja; lazo; neumático; raya; tira
haarlint aro; banda; borde; cinta; cinta para el pelo; diadema; franja; lazo; neumático; raya; tira
halskraag borde; cuello
kader borde; encuadramiento directiva; ejecutivos; encuadramiento; mandos
kant borde; costado; lado; lateral; margen; orilla encaje; labor de encaje
koers borde; dirección; junta directiva; punta; ruta; viaje circular cambio; dirección; divisa; divisas; forma; itinerario; rumbo; ruta marina; ruta marítima; tarifa de cambio; vía marítima
kraag borde; cuello
kranslijst borde; lista de la tertulia
lijst almena; borde; cabeza de lista; cama abatible; encuadramiento; orilla catálogo; encuadramiento; enumeración; especificación; inventario; lista; lista de socios; lista plana; registro; tabla
lint aro; banda; borde; cinta; cinta para el pelo; diadema; franja; lazo; neumático; raya; tira cinta; cinta de opciones; cordón
omranding borde; encuadramiento
omtrek borde; marco alrededores; cercanías; circunferencia; contorno; entorno; límite; perímetro; proximidades
omzoming borde; cordón; marco; paramento galón; pasamano
oplegsel borde; cordón; marco; paramento
passement borde; cordón; marco; paramento labor de encaje; pasamanería
rand almena; borde; confín; costado; dobladillo; encuadramiento; extremo; lado; lateral; linde; marco; margen; moldura; reborde encuadramiento; reborde; saliente
randje borde
route borde; dirección; junta directiva; punta; ruta; viaje circular barrio; barrote; calzada; carretera; paso; ronda; ruta; trayecto; trayectoria; turno
schilderijlijst almena; borde; cabeza de lista; cama abatible; orilla
vleugel van een gebouw almena; borde; costado; encaje; flanco
volume banda; baranda; barra; borde; cinta; coacción; compresión; edición; empuje; encuadernación; era; franja; intensidad del sonido; intensidad sonora; lazo; neumático; parte; porción; presión; raya; tabla; tablón; tamaño; tira; tirada; tomo; volumen; volumen del sonido; vínculo cabida; capacidad; contenido; estiramiento; tamaño; tramaño; volumen
vorm borde; marco aire; aparecido; aparición; apariencia; aspecto; cara; condición; estar en forma; estatura; expresión; figura; forma; forma física; gálibo; matriz; modal; molde; molde de colada; personaje; postura; semblante; silueta; talla; tipo; vaciado en molde; yeso
wal borde tierra firme
waterkant borde
zij borde; costado; lado; margen; orilla
zijde borde; costado; flanco; lado; lateral; margen; orilla seda
zijde van een schip borde; flanco; lado; orilla
zijkant borde; costado; flanco; lado; lateral
zoom almena; borde; confín; dobladillo; extremo; lado; linde; marco; margen; moldura; reborde
PronounVerwante vertalingenAndere vertalingen
zij ella
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
band banda; ficha desplegable
deel mosaico
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
zij ellas; ellos

Verwante woorden van "borde":


Synoniemen voor "borde":


Wiktionary: borde


Cross Translation:
FromToVia
borde rand border — the outer edge of something
borde rand; steile rand brink — edge
borde kant; rand edge — boundary line of a surface
borde grens edge — any sharp terminating border; a margin; a brink; extreme verge
borde rand rim — edge around something
borde rand Krempeunterer, wegstehender Rand eines Hutes
borde grof; cru; ruw krude — ohne Feingefühl, Fingerspitzengefühl

bordar:

bordar werkwoord

  1. bordar
    borduren; inborduren
    • borduren werkwoord (borduur, borduurt, borduurde, borduurden, geborduurd)
    • inborduren werkwoord (boorduur in, boorduurt in, boorduurde in, boorduurden in, ingeborduurd)

Conjugations for bordar:

presente
  1. bordo
  2. bordas
  3. borda
  4. bordamos
  5. bordáis
  6. bordan
imperfecto
  1. bordaba
  2. bordabas
  3. bordaba
  4. bordábamos
  5. bordabais
  6. bordaban
indefinido
  1. bordé
  2. bordaste
  3. bordó
  4. bordamos
  5. bordasteis
  6. bordaron
fut. de ind.
  1. bordaré
  2. bordarás
  3. bordará
  4. bordaremos
  5. bordaréis
  6. bordarán
condic.
  1. bordaría
  2. bordarías
  3. bordaría
  4. bordaríamos
  5. bordaríais
  6. bordarían
pres. de subj.
  1. que borde
  2. que bordes
  3. que borde
  4. que bordemos
  5. que bordéis
  6. que borden
imp. de subj.
  1. que bordara
  2. que bordaras
  3. que bordara
  4. que bordáramos
  5. que bordarais
  6. que bordaran
miscelánea
  1. ¡borda!
  2. ¡bordad!
  3. ¡no bordes!
  4. ¡no bordéis!
  5. bordado
  6. bordando
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Vertaal Matrix voor bordar:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
borduren bordar
inborduren bordar

Wiktionary: bordar

bordar
verb
  1. met naald en draad versieringen aanbrengen op een stuk weefsel

Cross Translation:
FromToVia
bordar borduren embroider — to stitch a decorative design on fabric with needle and thread
bordar borduren broder — garnir au moyen d’une aiguille

Verwante vertalingen van bordes